Bij grondbewerking wordt het land meestal geploegd. Dit is de zogenaamde ‘kerende grondbewerking’. Die grondbewerking heeft ingrijpende invloed op de bodem. Organische stof wordt snel afgebroken en het bodemleven wordt negatief beïnvloed.
Met een niet kerende grondbewerking, een oppervlakkige grondbewerking tot een diepte van 15 cm. wordt organische stof behouden, en blijven gewasresten in de bovengrond. Wat het effect is op de bodembiodiversiteit hangt af van organismen en van bodemtypes. Zo is uit onderzoek bekend dat de hoeveelheid en diversiteit van regenwormen toenemen bij minder intensieve grondbewerking. En met name die regenwormen dragen bij aan het vergroten van het poriënvolume in de grond. Ze zorgen voor versteviging van de grond. Bovendien wordt het waterbergend vermogen vergroot. Regenwormen vervullen een aantal belangrijke functies voor het landbouwsysteem.
Voorbeeld
Peter Harry Mulder verwacht dat toepassing van niet-kerende grondbewerking (NKG) zal leiden tot een betere bodemstructuur en –bodemvruchtbaarheid. Dit past ook binnen het agrarisch natuurbeheer op zijn bedrijf waardoor zijn bedrijf weerbaarder is tegen luizen. Daarvan profiteren ook bedreigde akkervogels. Mulder geniet van elke keer dat een akkervogel opduikt vlakbij de trekker. Hij is een vogelaar met een passie voor bedreigde akkervogels zoals de patrijs, de veldleeuwerik en de grauwe kiekendief.
Verder lezen
- Integraal Bodembeheer, Dossier Groen Kennisnet
- Bodemgezondheid, Dossier Groen Kennisnet