Gewas: Diverse gewassen: Tulp
Wetenschappelijke naam: Septocylindrium-soorten
Groep: Schimmels
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Bij het rooien zijn aangetaste bollen te herkennen aan een oranjebruine verkleuring van de huid. Op de buitenste rok komen licht- en donkerbruine, grillig gevormde, niet scherp begrensde vlekken voor. Deze variëren in grootte van stipjes tot plekken die een groot deel van het boloppervlak beslaan. Alleen de buitenste cellagen van de buitenste rok worden aangetast. Een lichte aantasting blijft meestal beperkt tot de bolle zijde van de bol. Op ernstig aangetast weefsel zijn meestal grijszwarte korstjes aanwezig die uit dicht ineengegroeide schimmeldraden bestaan. Tijdens de bewaring breidt de ziekte zich niet uit, maar wel na het planten, zolang de rokken nog vlezig zijn. Deze uitbreiding is zichtbaar als een oppervlakkige verkleuring van het rokweefsel, dat aanvankelijk geel en later bruin tot grijszwart wordt. Bollen waarvan ook de wortelkrans is aangetast, maken geen of weinig wortels. Ongeveer half mei ontstaan op de nog witte huid van de nieuwgevormde bollen net zulke symptomen als de hierboven beschreven aantasting van de buitenste bolrok van de moederbol. Pas tijdens en na het bruinkleuren van de huid van de jonge bol wordt ook de daaronderliggende rok aangetast. De ziekte manifesteert zich voornamelijk op de bol, maar soms wordt op het ondergrondse stengeldeel een oppervlakkige bruinverkleuring waargenomen. |
Levenswijze |
---|
De schimmel verspreidt zich ondergronds en komt voor in alle grondsoorten. Het is niet duidelijk of de schimmel in de grond overleeft. Een groot aantal cultivars is zeer vatbaar, met name alle enkele en dubbele vroege tulpen en ook cultivars als Gander, Lustige Witwe en Paul Richter en de daarvan afkomstige 'sports'. Andere waardplanten dan de tulp zijn niet bekend. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|