Gewas: Spar (Picea glauca 'Conica', P. omorika, P. pungens 'Glauca', P. sitchensis, P. abies)
Wetenschappelijke naam: Elatobium abietinum
Groep: Insecten
 |  |
| Aantastingsbeeld | Aantastingsbeeld detail |
 |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Groene 2 - 3 mm grote, groene luizen onttrekken sap aan de naalden, die geel of bruin verkleuren en later verdrogen en afvallen. Bij P. abies blijven ze lange tijd zitten. In sommige gevallen kunnen de coniferen in korte tijd afsterven.
In zachte winters overwinteren de luizen op de naalden, in strenge winters door eieren.
In het voorjaar ontstaan grote kolonies op de oude naalden. Rond half juli ontstaan gevleugelde luizen die op jonge naalden leven, er ontstaan geen grote kolonies. Veel luizen vinden geen geschikte waardplant. Bladluizen prikken planten aan op zoek naar de zoete sapstroom in de zeefvaten. Bij het aanprikken van planten kunnen met virusziekte besmette luizen het virus overbrengen naar een andere plant. Vooral de vliegende generaties kunnen massaal virusziekten verspreiden. In het najaar ontstaan mannelijke individuen, die voor bevruchting zorgen. Na de paring legt het vouwtje eitjes.
- Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken
- Zorgen voor goede groeiomstandigheden
- Inzetten van natuurlijke vijanden
- Staminjectie bij bomen
- Chemische bestrijding met selectieve middelen, zie Gewasbescherminggids van de PD of de digitale Gewasbeschermingkennisbank.