Gewas: Diverse gewassen, houtige, kruidachtige en gazons.
Wetenschappelijke naam: Phylloperta, Melolontha melolontha,
Groep: Insecten
Engerling | Meikever |
Vraat aan wortelhals door engerlingen | Junikever |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Engerlingen zijn de drie tot vijf cm lange larven van meikevers, junikevers en rozenkevers. De meikever larven zijn vuilwit tot lichtgelig van kleur.
Engerlingen hebben net als alle keverlarven zes duidelijk zichtbare poten en een duidelijk zichtbare kop. De larven zijn sterk gekromd en hebben een dik, zakvormig achterlijf.
Ze vreten aan levende dunne wortels. Dikke wortels worden ontschorst. Planten komen los te liggen en verdrogen. Bij grote dichtheden kan de zode los komen te liggen.
De kevers leggen hun eieren op 10 - 25 cm diepte in humusrijke grond. Na 4 - 6 weken komen de eieren uit. De larven, die uit de eitjes komen verblijven drie tot vijf jaar in de bodem voordat ze overgaan in het popstadium. Ze overwinteren in de grond op ± 20 cm diepte in een popwieg. De jonge, wit bepoederde kevers verschijnen eind april, begin mei. Ze vliegen 's avonds na warme dagen.
In het voorjaar vreten de larven aan ondergrondse plantendelen van zowel grasplanten, vaste planten als jonge heesters en boompjes. Op plaatsen waar engerlingen in grote getalen voorkomen kunnen de larven aanzienlijke schade aanrichten, van losse zode van grasvelden en gazons tot afsterven van vaste planten tot jonge boompjes. Vooral in het oosten van het land wordt regelmatig schade van engerlingen gemeld. Op grasvelden wordt het massaal voorkomen van engerlingen vaak gevolgd door zode beschadiging door kraaiachtigen zoals roeken, die zodestukjes lostrekken om de engerlingen te bemachtigen. De kevers veroorzaken rijpingsvraat aan bladeren.
- Zorgen voor goede groeiomstandigheden
- Natuurlijke vijanden zoals mollen, spitsmuizen, roeken en spreeuwen sparen
- Het inzetten van dierparasitaire aaltjes. Alleen de larven van de rozenkever zijn biologisch te bestrijden met behulp van het aaltje Heterorhabditis bacteriophora. Deze methode is ook succesvol tegen twee andere soorten engerlingen (Hoplia soorten en mestkevers uit het geslacht van Aphodius). De engerlingen van de mei- en junikever lijken ongevoelig te zijn voor deze methode. Men zoekt nog naar een doeltreffende bestrijding van de mei- en junikever. De ontstane gele plekken kunnen het beste opengekrabd worden en weer opnieuw ingezaaid. Als het vochtig, groeizaam weer is zal de schade zich weer snel herstellen.
- Chemische bestrijding: tegen engerlingen in commerciele teelten zijn geen middelen toegelaten. Op gazons, sportvelden en golfbanen zijn wel middelen beschikbaar.