Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 2 Volgende »

Gewas: Agapanthus, Anemone, Astilbe, Gladiolus, Paeonia, Phlox, e.a.

Wetenschappelijke naam: Tobacco Rattle Virus (TRV)

Groep: Virussen

Tabaksratelvirus op blad Pioenroos (Foto: PPO)Tabaksratelvirus op krokus

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Het tabaksratelvirus in planten veroorzaakt vooral pleksgewijs achterblijven in groei. Zieke planten kunnen ook verspreid staan, namelijk als het virus bij het uitplanten al in het materiaal aanwezig was

Door de virusaantasting ontstaat verminderde groei en uiteindelijk een lagere bloemproductie en een verminderde bloemkwaliteit.

De symptomen verschillen per gewas. Op de meeste gewassen ontstaan vlekkerige gele en gestreepte patronen. Op Krokusbladeren ontstaan geelgroene en/of bleekwitte, brede strepen, en/of ruitvormige vlekken. Soms zijn de bladranden gekarteld. De bloemen kunnen gestreept zijn. De symptomen komen meestal niet in alle planten voor die op één knol zijn ontsproten.

Andere symptomen die voorkomen zijn:

  • Op de bladeren en soms op de stengel bruine tot zwarte streepjes en vlekjes. Deze kunnen necrotisch worden.
  • Soms een gedrongen groei, bladeren gebobbeld, gedrongen en/of samengeknepen.
  • De bladeren hebben gele vlekken, vaak in kringvorm, enkel- en meervoudige kringen en golflijnen.
  • Het virus kan ook symptoomloos voorkomen in bijvoorbeeld pioen.
Levenswijze

Het tabaksratelvirus behoort tot de Tobravirusgroep (staafvormig; twee lengtes: 190 en 45-115 nm). Het virus kan door vrijlevende trichodoride-aaltjes (Trichodoridae) in zand- en lichte zavelgronden worden overgebracht. Het virus heeft een zeer brede waardplantenreeks, waaronder bloembolgewassen en onkruidsoorten.

De aantasting is vaak pleksgewijs. Soms komen gezonde scheuten naast zieke voor aan dezelfde plant. Het virus gaat bij vegetatieve vermeerdering over op het grootste deel van de nakomelingen.

Bij gladiool kan door de teelt van kralen in besmette grond een besmetting met TRV ontstaan die pas later in de keten zichtbaar wordt.  

Maatregelen

Bestrijd aaltjes door de kasgrond te stomen. Bestrijd onkruiden, vooral wortelonkruiden, omdat deze waardplanten zijn van de aaltjes;

Groenbemesters als bladrammenas hebben invloed op de vermeerdering van aaltjes die tabaksratelvirus kunnen overbrengen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat toepassing van organische stof in de vorm van compost of champost de infectiedruk kunnen verlagen.

Gebruik partijen plantmateriaal waarvan de geschiedenis bekend is. Ga daarbij uit van gezond uitgangsmateriaal. Verwijder zieke planten en onkruiden zo snel mogelijk. Teel geen gevoelige gewassen op gronden waarvan bekend is dat ze besmet zijn met tabaksratelvirus.

Naast genoemde bloemisterijgewassen kent tabaksratelvirus meerdere waardplanten. Met name bij gevoelige aardappelrassen kan aantasting leiden tot kringerigheid in de knollen. Ook diverse onkruiden als vogelmuur (Stellaria) en herderstasje (Capsella) fungeren als waardplant. Het virus kan ook verspreid worden vanuit een beukenhaag (Fagus).

 

 

  • Geen labels