Gewas: Sierteelt
Wetenschappelijke naam: Cacoecimorpha pronubana
Groep: Insecten
Mannetje en vrouwtje van de anjerbladroller (foto van Frankenhuyzen) | Rups van anjerbladroller |
Imago |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De anjerbladroller overwintert als rups, maar kan slecht tegen lage temperaturen en overleeft een koude winter niet. In kassen kan de rups wel overleven. Vanaf april komen de eerste motjes in de kassen voor. Er volgen dan ongeveer 5 generaties. Bij een temperatuur van 30º C is de ontwikkelingsduur van ei tot volwassen bladroller slechts 35 dagen, bij 15º C is dat 135 dagen. Mannelijke anjerbladrollers zijn goede vliegers die overdag actief zijn, in tegenstelling tot de meeste bladrollers, die vooral in de avondschemering en ’s nachts vliegen. De vrouwtjes kunnen niet erg goed vliegen en leggen slechts kleine afstanden af. Een vrouwelijke anjerbladroller kan tot wel 700 eieren leggen die in groepjes van 10-200 aan de bovenkant van bladeren en ook wel op opstanden van de kas worden afgezet. De eieren zijn eerst lichtgroen van kleur, later worden ze geel. Ze hebben een afgeplatte ovale tot ronde vorm.
- De rupsen zijn moeilijk te bestrijden door hun verborgen levenswijze
- Biologisch bestrijding is mogelijk
- Door feromoonvallen kunnen mannetjes van bladrollers worden gevangen, waardoor kan worden aangetoond of bladrollers actief zijn of niet. Het werkt niet als bestrijdingsmethode
- Insectenetende vogels zoals kool- en pimpelmezen broeden graag in nestkasten, zodat ze gemakkelijk naar de kwekerij zijn te lokken. Insectenetende vogels leveren vooral in de broedtijd, mei en juni, een belangrijke bijdrage aan de bestrijding van rupsen