Gewas: Diverse gewassen: roos, suikerbiet, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei, andijvie, sla
Wetenschappelijke naam: Meloidogyne hapla
Groep: Aaltjes
Noordelijk wortelknobbelaaltje in aardappelen | Aantasting Noordelijk wortelknobbelaaltje in suikerbiet |
Aardappelplant aangetast door het noordelijke wortelknobbelaaltje. De worteltjes tonen verdikkingen en knobbeltjes | Op de knobbeltjes ontstaan nieuwe uitlopertjes van wortels waardoor een soort spinnetjes ontstaan, kenmerkend beeld voor het noordelijke wortelknobbelaaltje |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Het aaltje veroorzaakt in het veld groeiremming, die meestal plaatselijk zichtbaar is.Aangetaste planten hebben worteltjes met kenmerkende knobbeltjes.
Vanuit deze knobbeltjes kunnen zich weer nieuwe worteltjes ontwikkelen. Gewassen met penwortels zoals peen, witlof en schorseneer vertonen vergroeiingen, waardoor de kwaliteit negatief beïnvloed wordt.
Noordelijke wortelknobbelaaltjes komen vooral voor op zand-, dal- en lichte zavelgronden en tasten tweezaadlobbige gewassen aan, dus in principe kunnen alle niet granen, grassen en bolgewassen door dit aaltje worden aangetast. De gevoeligheid kan echter per gewas variëren. Suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zijn zeer gevoelig, aardappelen zijn iets minder gevoelig.
De aaltjes blijven in de grond achter in de vorm van eiproppen. Waardgewassen lokken de aaltjes, deze dringen de wortels binnen waardoor de gallen (wortelknobbeltjes) ontstaan. Vrouwelijke aaltjes zetten buiten de wortels hun eipakketten weer af.
De eipakketjes zijn aanvankelijk als kleine witachtige stipjes zichtbaar op de worteltjes en later als speldeknop grote bruine bolletjes.
Raskeuze
Er bestaat verschil in gevoeligheid tussen verschillende rassen. Raskeuze kan dus een rol spelen
Gewaskeuze
Door het telen van niet waardgewassen zoals granen neemt het besmettingniveau snel af, een gezonde vruchtwisseling kan de schade dus beperkt houden.
Kale braak in combinatie met effectieve onkruidbestrijding kan de populatie met 90 % reduceren.
Bedrijfshygiëne
Aangezien onkruiden waardplanten zijn, is een goede onkruidbestrijding noodzakelijk.
Chemische bestijding
Eventueel kan een chemische bestrijding met een nematicide worden uitgevoerd.
Aanvullende maatregelen:
Later zaaien of poten vermindert de aantasting, omdat de grond bij hoge temperaturen sneller uitziekt, dus een deel van de populatie te gronde gaat.
In het programma aaltjesschema van PPO, www.aaltjesschema.nl, kun je een bepaald bouwplan of teeltplan inbrengen. Het programma rekent door welke aaltjessoorten je kunt verwachten bij het gegeven bouwplan. Ook geeft het programma achtergrondinformatie over verschillende aaltjes. In het Handboek aaltjesmanagement vind je aanvullende informatie