Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 3 Volgende »

’’Tot op vandaag worden oogstresultaten beoordeeld aan de hand van de gemiddelde opbrengst van een perceel. De landbouwer weet gewoonlijk wel dat er opbrengstvariaties zijn in een perceel, maar weet weinig of niets over de omvang ervan. Plaatsspecifieke oogstresultaten van verschillende jaren kunnen ondersteunend werken bij verdere beslissingen om ook variaties in de grondbewerkingen of in de gewasverzorgingen binnen een zelfde perceel uit te voeren. Dit alles om uiteindelijk te komen tot een beter financieel perceelsresultaat en hoeft dus niet altijd een hogere opbrengst te betekenen. In dit deel gaan we dieper in op de continue opbrengstmeting van Grimme.’’(Christianen, 2003)

Mogelijkheden Grimme

Met de opbrengstmetingen van Grimme worden opbrengstniveaus binnen percelen automatisch, eenvoudig en precies vastgelegd. De software combineert informatie van weegcellen en GNSS data tot opbrengstkaarten.

Werking

De opbrengstmetingen van Grimme werken met behulp van weegcellen in de bunker. Door continue de bunker te wegen kan er worden bepaald hoeveel er gerooid wordt. Twee krachtopnemers zitten onder de bunker en in figuur 1 zijn deze getoond. Deze twee krachtopnemers, samen met de positie van de bunker (om het zwaartepunt te bepalen) en de GNSS coördinaten kan men de opbrengst van een perceel in kaart brengen. Bron:(Zadelhoff, 2012)


Figuur 1: Meetpunten bij de opbrengstmeting Grimme Bron:(Zadelhoff, 2012)


Mogelijkheden YieldMasterPRO

’’Met de YieldMasterPRO worden opbrengstniveaus binnen percelen automatisch, eenvoudig en precies vastgelegd. De software combineert informatie van weegcellen, snelheidssensoren en GNSS tot opbrengstkaarten. De gemeten opbrengst wordt opgeslagen, maar ook direct weergegeven op het touch-screen display, hierdoor is het mogelijk al tijdens de oogst inzicht te krijgen in de variatie binnen een perceel en tussen percelen. Daarnaast worden wagengewichten bijgehouden, automatisch perceels- en dagoverzichten gegenereerd en kunnen opbrengstgegevens van geoogste percelen worden ingezien.

Het YieldMasterPRO systeem bestaat uit een touch-screen kleurendisplay, hardware voor signaalverwerking, weegcellen en sensoren voor het meten van rij- en bandsnelheid. Een inpressie is weergegeven in figuur 2 met, van links naar rechts het display, band en sensoren. Daarnaast beschikt het systeem over een CAN bus aansluiting zodat gegevens ook voertuiggegevens als brandstofverbruik plaatsspecifiek kunnen worden vastgelegd. YieldMasterPRO is geschikt voor opbrengstmeting in gewassen als aardappelen, suikerbieten en ui.’’


Figuur 2: Imressie YieldMasterpro systeem. Bron:(Van den Borne LandbouwGPS, z.d.)

De metingen worden automatisch gecorrigeerd voor de tijd die het product er over doet om vanaf het opnamepunt (rooigedeelte) tot aan het weeggedeelte (bunker- of wagenband) te komen. Samen met calibraties is het mogelijk om nauwkeurig de opbrengst plaatsspecifiek te bepalen. Een voorbeeld van een opbrengstkaart is te zien in figuur 3.


Figuur 3: Voorbeeld van een opbrengstkaart. Bron:(Van den Borne LandbouwGPS, z.d.)

Werking

De opbrengstmetingen komen tot stand door middel van een aantal metingen:

  • Krachtmeting;
  • Toerenteller.

 

Figuur 4: Uitleg van de werking van het systeem. Bron:(Van den Borne Aardappelen, z.d.)


’’In figuur 4 staat bij A en B de krachtmeter afgebeeld. Aan de hand van dit punt wordt de kracht gemeten die op de rol komt, deze zit tussen de bunkerband gemonteerd. Dit wordt gemeten door het buigmoment A. Hier bevindt zich een elektrische plaat en door buiging geleid deze minder stroom waardoor het buigmoment bepaalt kan worden aan de hand van een ijk-curve.’’

’’Bij punt C worden de toeren/min gemeten die de rol draait. Dit vindt plaats aan de hand van een inductieve sensor die aan de hand van de drie boutkoppen de toeren van de rol meet. De meter wordt gemonteerd tussen de tussenband van de opvoerelevator naar de bunker. Dit wordt bij punt B weergegeven. Met deze gegevens kan er een opbrengstmeting plaatsvinden. Aan de hand van een GNSS-ontvanger wordt de locatie geregistreerd van de machine en sensoren registreren de opbrengst. De job-computer verwerkt de ruwe data die binnenkomen vanuit de sensoren en koppelt de opbrengsten aan de GNSS-locatie en het tijdstip. In de gebruikersterminal worden de data opgeslagen op een datacard en kan de gebruiker informatie toevoegen, zoals de naam van het perceel. De meetresultaten zijn meestal direct op een display in de cabine af te lezen.’’

  • Geen labels