Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

Versie 1 Volgende »

Gewas: Sierteelt, bonen, diverse gewassen

Wetenschappelijke naam: Aphis fabae

Groep: Insecten

Zwarte bonenluizenKolonie luizen
Omgekrulde bladeren door Zwarte BonenluisZwarte bonenluis

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

De volwassen Zwarte Bonenluis kan 1,5 tot 3,1 mm lang worden afhankelijk van de voedselcondities. Ze zijn mat zwart van kleur. Door een was-achtige afscheiding ontstaan bij oudere exemplaren helderwitte dwarsbanden op het achterlijf.

Zwarte bonenluizen hebben korte antennen, de siphonen zijn donker van kleur en langer dan de cauda (het staartje). Op de winterwaardplanten veroorzaakt de zwarte bonenluis krulling van het blad.

Op de zomerwaardplanten komen de luizen vooral voor in/op de groeipunten van de planten. Wanneer de populatie sterk is uitgebreid verspreiden de luizen zich over de hele plant. De bladeren met bladluizen zwellen op en krullen om. De groei stagneert en de bloemknoppen vallen van de planten. Ook de productie van zaden kan bij hoge dichtheden van luizen worden verminderd.

Met de zuigsnuit onttrekt katoenluis sap (voedsel) aan de floëemvaten. Dit sap bevat (te) veel suikers die worden uitgescheiden als honingdauw. Hierop groeien weer roetdauwschimmels. Honingdauw en roetdauw vervuilen bladeren, stelen en bloemen. Zowel het onttrekken van floëemsap aan de plant als de vervuiling van het gewas remt de fotosynthese en de verdamping van de planten.

Zwarte Bonenluis kan virussen overbrengen.

Levenswijze

In het najaar, vanaf half september tot half oktober, ontstaan de "sexuales" (gevleugelde vrouwtjes en mannetjes), die migreren naar de winterwaardplanten, zoals Kardinaalsmuts, Gelderse Roos en Sneeuwbal. Na de paring leggen de vrouwtjes eieren. In het voorjaar, eind maart begin april, komen uit de eieren de stammoeders. Deze en hun nakomelingen zijn levendbarend (vivipaar) ze planten zich in die periode ongeslachtelijk voort (parthenogenetisch).

In juni migreren gevleugelde luizen naar de zomerwaardplanten. Doordat Zwarte Bonenluis zeer polyfaag is kunnen dit veel verschillende gewassen zijn o.a. bloemen (gerbera), potplanten (orchidee), heesters, erwten, komkommerachtigen, aardappel en bonen. In deze periode groeit de populatie explosief en ontstaan er naast de ongevleugelde ook gevleugelde exemplaren, die zich binnen de kassen en daarbuiten kunnen verspreiden.

Vanaf half september migreren de luizen weer naar de winterwaardplanten.

Maatregelen
  • In het voorjaar komen gevleugelde exemplaren naar binnen via de luchtramen vanaf de buitenvegetatie. Het gebruik van insectengaas in de luchtramen voorkomt invlieg van luizen van buiten.
  • Zwarte Bonenluis kan chemisch en biologisch worden bestreden.
  • Informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen is te vinden op de site van het CTB (College Toelating Bestrijdingsmiddelen).
  • Bij biologische bestrijding kan een keuze worden gemaakt uit de volgend natuurlijke vijanden: sluipwespen, een galmug, lieveheersbeestjes, een zweefvlieg en een gaasvlieg. Daarnaast is er de mogelijkheid een insectenpathogene schimmel te spuiten.
  • Vanwege de explosieve populatieontwikkeling moet echter regelmatig worden ingegrepen met insecticiden. Hierbij gaat de voorkeur uit naar chemische gewasbeschermingsmiddelen die kunnen worden gecombineerd met natuurlijke vijanden.
  • Buiten de kas komen in luizenkolonies natuurlijke vijanden vaak spontaan voor. Soms raken de luizenpopulaties spontaan geïnfecteerd met insectenpathogene schimmels.

 

 

  • Geen labels