4.3. gezondheidszorg: preventie, genezing van ziekten, ingrepen
Voor de bio-boer betekent gezondheidszorg voor het vee vooral: zoveel mogelijk preventie, alleen ingrijpen als het niet anders kan. Als ingrijpen nodig is kiest hij zoveel mogelijk voor natuurlijke (niet-chemische) middelen. Pas in laatste instantie worden antibiotica gebruikt.
Preventie betekent:
kiezen voor robuuste rassen met veel weerstand tegen ziekten;
geen onnodige ingrepen;
optimale huisvesting, veel ruimte en uitloopmogelijkheden (zie paragraaf 4.2);
aandacht voor hygiëne, o.m. beschikbaarheid van schoon strooisel en buitenruimte;
zorgen voor en/of versterken van een goede weerstand door een goede voeding (naast eiwit, energie en structuur o.a. vitamine E en Selenium, zie paragraaf 4.4 en verdieping).
4.3.1 regels gezondheidszorg
De SKAL-regels houden voor alle diergroepen in hoofdlijn in:
geen preventief gebruik van antibiotica en andere geneesmiddelen ;
wel curatief gebruik (noodzaak tot behandeling bij ziekte) toegestaan;
in dat geval gebruik je bij voorkeur natuurlijke en homeopatische middelen;
reguliere (chemische, allopatische) geneesmiddelen zijn echter wel toegestaan als niets anders helpt;
hiervoor gelden beperkingen, in hoofdlijn: niet meer dan drie behandelingen per jaar (voor dieren die minder dan één jaar leven: hoogstens één behandeling), en na iedere behandeling een verdubbeling van de voorgeschreven wachttijd voor de levering van melk, eieren of slacht.
middelen tegen parasieten en vliegen zijn toegestaan. Hiervoor geldt ook de dubbele wachttijd.
Op de Groene lijsten vind je heel makkelijk welke middelen zijn toegestaan voor het ondersteunen van de diergezondheid en dierenwelzijn (zie Verdieping).
verdieping
Voor de details van de regels zie de SKAL-pagina Veehouderij onder Gezondheidszorg (per diergroep) .
groene lijsten toegestane middelen
Om boeren te ondersteunen bij het toepassen van natuurlijke middelen verzorgen Bionext en het Platform Natuurlijke Veehouderij de Groene Lijsten. Op deze groene lijsten staan alle natuurlijke middelen die zijn toegestaan in de biologische geiten-, melkvee- en pluimveehouderij. Natuurlijke middelen ondersteunen de diergezondheid en het dierenwelzijn op een natuurlijke manier. Op deze lijsten staan alle middelen die veehouders mogen gebruiken, gerubriceerd naar aandoening, met de productnaam en de naam van de fabrikant. Hierdoor kan de veehouder snel vinden welk middel hij waarvoor kan gebruiken, en weet hij zeker dat dit middel is toegestaan in de (biologische) veehouderij.
Groene lijsten melkvee pluimvee geiten
bestrijding van vliegen: de vliegenval
In de gangbare, maar ook in de biologische rundveehouderij mogen vliegen bestreden worden met chemische vliegenmiddelen, op de koe zelf (w.b. bio met als aanvullende voorwaarde alleen de dubbele wachttijd). Dit zijn middelen met werkzame stoffen als ivermectine, avermectine, moxidectine, permethrin, thiamethoxam, et cetera. Deze middelen mogen ook worden gebruikt tegen darmparasieten. Residuen van deze middelen komen echter veelvuldig in het milieu terecht en zijn daar erg persistent (breken heel langzaam af). Bij gebruik tegen darmparasieten komen residuen via de mest op het weiland, bij uitwendig gebruik tegen o.m. steekvliegen ook door afspoeling door regen e.d.. Dit werkt heel negatief uit op de populatie insecten in het weiland, met name ook op insecten die op en rond de mestflatten leven zoals de mesttor, spiegelkever en veldmestkever.
Bio-boeren zouden daarom terughoudend moeten zijn met deze middelen, en moeten zoeken naar alternatieven. Steekvliegen en vergelijkbare insecten worden ook bestreden door zwaluwen en vleermuizen, die je met o.m. nestgelegenheid naar je bedrijf kunt halen. Echter, de achteruitgang van de insectenpopulatie door residuen van bestrijdingsmiddelen werkt negatief uit op juist deze hulpjes. Voorkomen waar mogelijk blijft dus belangrijk.
Een veelbelovende nieuwe mogelijkheid is de vliegenval. Deze mechanische bestrijder werkt redelijk selectief tegen vooral de kleine steekvlieg (of hoornvlieg), en heeft geen negatieve gevolgen voor andere insecten in en op het weiland. Dit artikel chemievrije vliegenbestrijding met vliegenval vertelt daar meer over. Voor het hele rapport hierover zie vliegenval .
4.3.2 robuuste rassen, dubbeldoel
Biologische veehouders kiezen vaak voor andere rassen dan de gangbare. Dit is vooral te zien in de melkveehouderij: in de gangbare sector vind je vrijwel uitsluitend Holstein-Friesian, bij biologische boeren zie je steeds vaker oudere runderrassen of eigen foklijnen op basis van kruisingen van rassen. Biologische boeren werken graag met rassen die robuuster zijn, dus beter bestand tegen ziektes, minder kwetsbaar en zelfredzaam tijdens weideperiodes. Ze hebben vaak een langere productieve levensduur.
Er zijn ook andere redenen om met deze rassen te werken:
een betere ruwvoeromzetting, en dus beter produceren op een rantsoen met meer ruwvoer en minder krachtvoer;
dubbeldoel rassen (graasdieren en pluimvee) leveren melk of eieren maar hebben ook een hogere restwaarde als vlees, en een betere verwaarding van de stierkalveren, bokken en haantjes. Verwaarding in de keten is een belangrijk aandachtspunt. Daarin hebben ook de verwerking en afzet hun taak. Bionext ondersteunt dit actief (zie https://bionext.nl/thema-s/dierenwelzijn/mannelijke-dieren/ ).
In het algemeen hebben robuuste rassen een lagere melk- of eieren-productie, maar dat wordt gecompenseerd door lagere kosten voor gezondheidszorg, lagere kosten van inputs (krachtvoer) en door de hogere restwaarde en de waarde van de manlijke dieren.
Sinds kort komt ook in de pluimveehouderij de ontwikkeling van dubbeldoelrassen op gang. In de gangbare pluimveehouderij wordt gebruikt gemaakt van sterk eenzijdig doorgefokte rassen leg- of vleeskippen. Voor de biologische pluimveehouderij is er vaak nog geen goed alternatief. Hiervoor moeten nieuwe rassen worden gefokt. Een voorbeeld zijn de Vredelinger kip (zie Verdieping) en de Sasso-kip.
Verdieping
robuuste rassen, fokkerij voor bio-houderij
Het nu meest gangbare ras: Holstein-Friesian
melkveehouderij
Nieuwe inzichten in de efficiëntie van dubbeldoel runderrassen
Fokkerij in de Biologische Melkveehouderij, W. Nauta Louis Bolk Instituut 2009
Stand van zaken biologische fokkerij, Biokennis bericht 2010
Het dier als leidend principe, duurzaam en ruraal, Universiteit van Utrecht 2009
info over oude runderrassen voor o.m. natuurweides: oud-Hollandse runderen (van Natuurboeren). Voor een overzicht van (oude) runderrassen en info daarover zie Startpagina koeienrassen .
De Coöperatie Biologische Rundveefokkerij Bio-KI U.A is een KI-station speciaal voor de biologische melkvee- en vleesveefokkerij.
In Duits Kuhfamilienzucht Eine Methode fur die biologische Milchviehzucht 2015
kippen (en hanen)
https://www.kipeigen.nl/dubbeldoelkip/ Waarom geen hybride kippen ?
https://www.levendehave.nl/nieuws/doorbraak-van-de-dubbeldoelkip
over de Vredelinger kip: dubbeldoel ras voor bedrijfseigen kippen.
over de Sasso Silver: "De kruising van oude authentieke rassen maakt het dubbeldoelras Sasso Silver uniek"
varkens
Een betere gezondheid en welzijn voor varkens, Handboek voor biologische varkenshouders, Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid 2019
Een voorbeeld van een dubbeldoelkoe met goede eigenschappen voor de bio-melkveehouderij is de blaarkop: rasinformatie blaarkop , een koeienras met een eigen website, Blaarkopnet.nl . Dit ras zit weer in de lift, met een recordaantal blaarkopinseminaties .
- Blaarkoppen
verdieping
verlenging levensduur melkvee
Sturen op preventie en robuustheid betekent in de melkveehouderij vaak ook sturen op een langere levensduur van de melkkoeien. Veel kennis over sturen op levensduur vind je in dit rapport Verlenging levensduur van melkvee .
4.3.3 regels voor toegestane ingrepen
Ingrepen zoals het couperen van staarten en oren en snavelkappen zijn niet toegestaan. Een paar ingrepen zijn wel toegestaan. Onthoornen van rundvee en geiten mag (met ontheffing; er gelden nadere regels voor de manier waarop), castreren van vleesvee (stieren, beren, bokken, rammen) ook, met nadere regels voor de manier waarop. Verder zijn kunstmatige inseminatie (KI) en het seksen van sperma toegestaan. Embryotransplantatie is niet toegestaan.
In de biologisch-dynamische veehouderij is onthoornen niet toegestaan. Castreren van kalveren is wel toegestaan, van biggen ook maar bij voorkeur niet; castreren van lammeren is niet toegestaan.
4.3.4 geneesmiddelen: natuurlijke en gangbare
Is een dier ziek dan heeft gebruik van homeopatische en natuurlijke middelen de voorkeur. 'Homeopatisch' en 'natuurlijk' is niet hetzelfde: het onderliggend principe en de werking zijn verschillend. Over de werkzaamheid van homeopatische middelen wordt verschillend gedacht.
Onder 'natuurlijke middelen' valt heel veel. Zo zijn er kruiden in het weiland en bladeren van bepaalde struiken en bomen, die koeien als 'zelfmedicatie' eten. Er zijn ook geneesmiddelen op basis van kruiden en planten-extracten. Er zijn heel veel kruidenpreparaten beschikbaar, voor heel verschillende aandoeningen. Heel veel informatie is per diergroep samengebracht in de zgn. stalboekjes (in de Verdieping). Hierin kun je per diergroep en per aandoening zoeken welke middelen er beschikbaar zijn en wat ze doen. De grens tussen preventie en genezing is daarbij niet altijd even scherp. Gesteentemelen worden bijvoorbeeld gebruikt om ligplaatsen droog te houden en zo de hygiëne te bevorderen.