Kroongalziekte – Knobbelziekte - Wortelknobbelbacterie

Gewas: Diverse gewassen

Wetenschappelijke naam: Agrobacterium tumefaciens

Groep: Bacteriën

knobbelziekte in dahlia
Knobbelziekte in Dahlia
Bovengrondse knobbels op de takken van Forsythia

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Aan de basis van de stengel, vooral op de kraag, maar niet op de wortels, komen wratachtige woekeringen voor. Deze kunnen zeer verschillend van grootte zijn, meestal van 1 tot 10 cm in doorsnede, maar soms de grootte van een voetbal bereiken. Agrobacterium tumefaciens komt over de hele wereld voor en heeft een groot aantal waardplanten o.a. Acer, Aesculus, Alnus, Argyranthemum, Aster, Beta, Betula, Brassica, Chaenomeles, Chamaecyparis, Chrysanthemum, Cornus, Cotoneaster, Crataegus, Cydonia, Dahlia, Daphne, Datura, Daucus, Dendranthema, Fraxinus, Gladiolus, Gypsophila, Halesia, Malus, Pinus, Photinia, Prunus, Pyrus, Quercus, Rhododendron, Robinia, Rubus, Salix, Solidago, Sorbus, Symphyotrichum en Taxus. Ook komen deze knobbels voor op de liggende stengels van Euonymus en op de takken van Forsythia. De bacterie veroorzaakt knobbels (tumoren of gallen) op stengel- en stamgedeelten onder het grondoppervlak, maar ook op bovengrondse delen en bladeren. De knobbels zijn aanvankelijk glad en worden in een later stadium ruw, wratachtig en gespleten. De kleur is lichtbruin tot zwart. Agrobacterium tumefaciens zet de cellen aan tot onbeperkte celdeling. Dit vraagt veel energie van de planten. Geïnfecteerde planten vertonen daardoor een gereduceerde groei en opbrengst. Daarnaast beïnvloedt de bacterie de plant zodanig dat deze kleine chlorotische bladeren gaat vormen.

Levenswijze

Levenswijze

Agrobacterium tumefaciens is een staafvormige grondgebonden bacterie die vrij algemeen voorkomt in de natuur. Infectie van een plant vindt plaats via wonden. Binnengedrongen bacteriën vermenigvuldigen en verspreiden zich in de ruimten tussen de cellen. Niet elke A.tumefaciens-stam veroorzaakt echter een wortelknobbel, alleen de stammen die een zogenaamd Ti-plasmide hebben. Een Ti-plasmide is een stukje DNA-materiaal buiten het gewone bacterie-DNA. Op dit stukje zijn enkele genen aanwezig die in het kern-DNA van de plant worden ingebouwd en dit aanzetten tot de vorming van tumorcellen. Cellen aan de rand van de wond veranderen door de infectie met A. tumefaciens en gaan zich ongeremd delen. Hierdoor ontstaat de tumor of gal. Na verloop van tijd ontwikkelt de knobbel zich zelfstandig verder zonder dat de bacterie daarbij nog aanwezig is. De tumor groeit bloemkoolvormig uit. Na verloop van tijd vormen zich bij houtige gewassen houtvaten en vezels waardoor het geheel zich verhard. Bij kruidachtige gewassen rotten de knobbels aan het eind van het groeiseizoen weg. Ook kunnen op stek- en entplaatsen knobbels gevormd worden. De bacterie kan zowel in de grond als in knobbels overwinteren. Zonder waardplanten kan de bacterie enige jaren op dood organisch materiaal (saprofytisch) overleven. De optimale groeitemperatuur is 28oC.

Maatregelen

Maatregelen

  • Bestrijden is lastig, grondontsmetting werkt niet. Daarom is het voorkomen van een besmetting cruciaal. Hierbij is het van belang hygiënisch te werk te gaan en wonden zoveel mogelijk te voorkomen.

  • Gebruik gezond plantmateriaal.

  • Aangetaste planten verwijderen en vernietigen.

  • Gebruik minder vatbare of resistente soorten of rassen.

  • Toetsen van de grond op aanwezigheid van A. tumefaciens.

  • Snoeischaren en andere gereedschappen ontsmetten.

Meer informatie

Meer informatie

  •