Wilgensnuitkever

Gewas: Wilg, Els, Berk (Salix, Alnus, Betula)

Wetenschappelijke naam: Cryptorrhynchus laphatii

Groep: Insecten

Wilgensnuitkever

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

De volwassen, grijsbruine kevers vreten aan de bast. De pootloze larven zijn ivoorkleurig met een witte kop. Ze vreten rechte gangen in takken. Uit de openingen komt boormeel.

De bladeren boven het boorgat verwelken. Op de aantastingplaatsen komen weefselwoekeringen voor. In Nederland komen ± 500 soorten snuitkevers voor.

Levenswijze

Levenswijze

De kevers komen in mei te voorschijn met rijpingsvraat aan de bast. Ze paren meerdere keren, waarbij telkens één voor eieren in de bast worden afgezet. Totaal kan het wijfje 20 - 30 eieren leggen. De eieren komen na 2 - 3 weken uit. De larven overwinteren zonder zich te hebben gevoed in een holte onder de bast. In het voorjaar maken de larven kleine gangen van ± 10 cm omhoog. In juni - juli heeft de larve volwassen en zich verpopt aan het einde van de gang. Na ± 14 dagen verschijnt de jonge kever, die later in de boom overwintert. Kevers en larven verschijnen steeds om 2 jaar.

Maatregelen

Maatregelen

  • Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken.

  • ­Zorgen voor goede groeiomstandigheden.

  • Aangetaste bomen verwijderen en verbranden.

  • Chemische bestrijding, zie Gewasbescherminggids van de PD of de digitale Gewasbeschermingkennisbank.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â