Schijfkamille

De eenjarige soort wordt 5 tot 30 cm hoog en bloeit van juni tot en met november. 

De soort heeft een gedrongen bouw en heeft een typisch geur. De stengels zijn vertakt, taai en kaal en de bladeren iets vlezig.

De geelgroene bloem is eivormig en heeft geen straalbloemen.

Zij komt voor op zonnige, open plaatsen op droge tot vochtige, voedselrijke, betreden of omgewerkte grond. Men vindt haar veel op akkers met zware grond, tussen bestrating, bij veedrinkplaatsen en weilandingangen. Zowel in Nederland als in België algemeen voorkomend.

Niet chemisch

Met eggen, schoffelen, frezen, branden, stomen.

Chemisch

Kamillesoorten kunnen in verschillende gewassen een probleem zijn. Zie voor de bestrijding de Handleiding gewasbescherming van D.L.V.