Gestippelde houtvlinder

De gestippelde houtvlinder kan ernstige schade veroorzaken doordat de rups gangen boort door het merg van takken, waardoor de takken kunnen afsterven.

In Mediterrane gebieden vormt de gestippelde houtvlinder een belangrijke plaag: één rups in de stam is voldoende om de hele boom te laten sterven. In Noordwest Europa komt de gestippelde houtvlinder wel algemeen voor, maar vormt geen plaag. Het vrouwtje van de gestippelde houtvlinder is ongeveer 30 mm lang met een spanwijdte van de vleugels van 5 á 6 cm. Het mannetje is kleiner dan het vrouwtje. De vlinder is wit van kleur met sterk glanzende,, zwarte tot blauwzwartevlekken vlekken. De rups is ongeveer 5 tot 6 cm lang, heldergeel met talrijke zwarte puntjes op de segmenten. De kop en het halsschild zijn glanzend zwart.

De gestippelde houtvlinder heeft een levenscyclus van twee tot vier jaar. De vlinder vliegt van juni tot augustus. Per vrouwtje worden in juli en augustus enkele honderden eieren gelegd in spleten en gaten in de bast of op wondweefsel, meestal in groepjes. Kort na het uitkomen van de eieren verspreiden de jonge larven zich over de stam en de takken en boren zich in in het merg. . De rupsen komen vooral voor in takken die dunner zijn dan 10 cm. Bij de ingang van het boorgaatje (enkele millimeters) komt bruin vochtig boormeel naar buiten. De rups kan een tunnel van meer dan 40 cm boren door de takken. De eerste symptomen zijn het naar buiten komende boormeel, gevolgd door het verwelken van bladeren en uiteindelijk het afsterven van de takken. In jonge aanplanten kan bij inboring in de stam de hele boom dood gaan. De rups blijft afhankelijk van de klimaatzone/temperatuur twee tot vier jaar in het hout. Vanaf mei verpopt hij zich in een cocon in het hout en in juni en juli verschijnen de volwassen vlinders weer.

Bestrijding van de gestippelde houtvlinder is moeilijk omdat de rups het grootste deel van de cyclus verborgen zit in het hout. Het verwijderen en verbranden van aangetaste scheuten vormt dan ook de belangrijkste maatregel om opbouw van de populatie tegen te gaan. Voor een makkelijkere detectie zijn er feromoonvallen beschikbaar. Deze vallen trekken alleen mannelijke exemplaren aan. Tegen de gestippelde houtvlinder kunnen geen chemische middelen worden ingezet.