Gommen - ethyleen

Gewas: Diverse gewassen: Tulp

Wetenschappelijke naam: Ethyleen

Groep: Overige aantasters

Gommen

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Op de rokken ontstaan blazen van verschillende vorm en grootte, die gevuld zijn met een aanvankelijk heldere, en later bruine, gomachtige substantie.

Wanneer zo'n gomblaas stuk gaat, kan de gom naar buiten treden; deze verhardt dan tamelijk snel tot een bruine, harsachtige substantie (foto). De meeste gomverschijnselen zijn aanwezig in de buitenste bolrok, maar de overige rokken blijven er niet altijd vrij van. Bij sommige cultivars ontstaan geen blazen op de rokken, maar kan wel gom in het weefsel van de bolschijf voorkomen en dan in het inwendige van de bol worden uitgescheiden. In dat geval kan de gomachtige massa soms ook rondom de jonge spruit wordt gevonden. Er zijn ook veel cultivars waarbij er gom in de cellen van de bolrok ontstaat, die niet naar buiten vloeit, waardoor de bolkleur verandert van spierwit naar beige.

Hoewel uit bollen met gom na het planten gewoonlijk normaal bloeiende planten groeien, is het toch een aanwijzing dat er tijdelijk iets met de bewaring niet in orde is geweest.

Levenswijze

Levenswijze

Gomvorming wordt veroorzaakt door ethyleen. Ethyleen heeft een grote invloed op planten en tulpen in het bijzonder. Het is een hormoon dat ingrijpt in onder andere de ademhaling en de orgaanaanleg. Bij te hoge concentraties veroorzaakt ethyleen echter schade. Deze schade is afhankelijk van het moment van blootstellen, de concentratie, de blootstellingsduur en de temperatuur. Bij een temperatuur van 13°C of lager is de kans op schade verwaarloosbaar.

Ethyleen wordt door fruit, bloemen en in geringe mate door gezonde tulpen zelf gevormd en kan ook ontstaan bij onvolledige verbranding van aardgas, olie en andere brandstoffen. De belangrijkste bron van ethyleen is echter de schimmel Fusarium oxysporum welke het `zuur' in tulpen veroorzaakt. Gommen ontstaat reeds na blootstelling van de bollen gedurende 1 dag aan 0,1 dpm ethyleen. Blootstelling aan hogere concentratie of langere duur verhevigt de mate van gommen.

Er bestaat een groot verschil in gevoeligheid voor ethyleen tussen de vele tulpencultivars.

Ethyleen kan ook `kernrot' en `stokkenplanten' veroorzaken.

Maatregelen

Maatregelen

  • Ongekoelde bollen bewaren bij een ethyleenconcentratie lager dan 0,1 dpm; zorgen voor luchtcirculatie tussen de bollen.

  • Partijen met veel `zuur' extra geventileerd bewaren en desnoods uit de bewaarruimte verwijderen.

  • `Zure' bollen zo snel mogelijk, in ieder geval voor het verpakken of verzenden, uit de partij verwijderen.

  • Een aan ethyleen blootgestelde partij tulpenbollen gedurende de eerste 10 dagen niet verwerken, om de gomproblemen te beperken.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â