Douglaswolluis
Gewas:Â Gewas: o.a. Spar (Picea sitchensis, P. pungens), douglasspar (Pseudotsuga menziesii)
Wetenschappelijke naam:Â Gilletteella coolyei
Groep:Â Insecten
 |  |
Aantastingsbeeld op naalden    | Aantastingsbeeld |
 |  |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright WUR, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Op de naalden bevinden zich witte waspluisjes. De naalden worden geelgroen en kunnen afvallen. Er is een flinke honingdauwproductie.
Coniferenluizen planten zich niet voort met levende jongen en hebben wel waardplantwisseling. De hoofdwaard is een Picea-soort (spar), hierop overwinteren de wijfjes. In het voorjaar leggen ze een groot aantal eieren, de larven zuigen aan de jonge scheuten. Hierdoor ontstaan gallen. Boven de gallen vormt zich geen scheut meer, zodat misvorming van de boom ontstaat. Als de gallen rijp zijn komen hier gevleugelde zomerluizen uit die vliegen naar de zomerwaard, Pseudotsuga menziesii; de douglasspar. Hierop ontwikkelen zich zomerluizen met witte waspluisjes op de naalden
- Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken
- Zorgen voor goede groeiomstandigheden
- Het inzetten van natuurlijke vijanden