Kroonrot - Nerine

De planten sterven voortijdig af, de buitenste bladeren het eerst. De bol wordt hoofdzakelijk in de bolschijf aangetast, waardoor deze verkurkt en de plant van de wortel gaat. De bol hoeft dan echter niet verloren te gaan, zoals bij bolrot.

Tussen de bladbases, tussen de bruine vliezen en in de omringende grond komen opvallende, witte schimmeldraden voor. Deze dragen witte, later donkerbruine, onregelmatige tot ronde sclerotiën. Soms worden deze ook massaal gevormd op de grond rondom zieke planten.

De ziekte vormt vooral een probleem bij teelt op humeuze veenachtige grond. Overdracht van de schimmel is zowel via de grond als met de bollen. Kleine sclerotiën kunnen ongemerkt tussen de vele huiden aanwezig zijn. Tijdens de bewaring kan de ziekte zich sterk uitbreiden, wanneer de bollen niet snel gedroogd worden.

De schimmel kan ook andere gewassen aantasten, zoals Amaryllis, iris, lelie, tulp, diverse vaste planten en chrysant.

• Aangetaste planten met omliggende grond zorgvuldig verwijderen en vernietigen.

• Bollen na het rooien goed en snel drogen.

• Bollen vlak voor het planten in het voorjaar een warmwaterbehandeling geven van 4 uur bij 47°C na één of twee weken voorwarmte bij 20 tot 25°C.

• Bij de warmwaterbehandeling verspreiding van schimmelsporen voorkomen volgens geldende adviezen.

• Plantmateriaal ontsmetten volgens geldende adviezen.

• Kasgrond stomen.

• Ruime vruchtwisseling toepassen.