Floridamot

Gewas: Sierteelt

Wetenschappelijke naam: Spodoptera exigua

Groep: Insecten

Vlinder van de floridamot
Eieren van de floridamot

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

De Floridamot is zeer polyfaag (brede waardplantenreeks) en komt in kassen in veel gewassen voor. Vooral in de sierteelt kan deze soort problemen geven in chrysant, gerbera, roos en potplanten.

Maar ook in diverse groentegewassen, met name in paprika, kunnen ze in grote getale voorkomen.

Van oorsprong is de Floridamot een trekvlinder afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Deze trekvlinders en hun nakomelingen waren nog gevoelig voor chemische gewasbeschermingsmiddelen en hebben nooit problemen opgeleverd. De Floridamotten die nu in de kassen in Nederland voorkomen zijn vrijwel ongevoelig voor gewasbeschermingsmiddelen inclusief de middelen op basis van Bacillus thuringiensis. Dit komt overeen met de situatie in Florida. Geconcludeerd mag worden dat het bij de huidige populaties gaat om exemplaren die daar vandaan zijn gekomen. Waarschijnlijk met chrysantenstek vanuit die regio.

Floridamotjes zijn kleine, onopvallende vlinders, die zich overdag schuilhouden en s' avonds actief worden. De jonge larven leven in groepen en spinnen losse webben over de bladeren. De oudere stadia verspreiden zich over het gehele gewas. Ze vreten voornamelijk s' nachts en houden zich overdag verscholen.
Veel schade wordt aangericht in de koppen van de planten waar de groeipunten worden aangevreten. De rupsen kunnen de bladeren volledig wegvreten tot op de hoofdnerf. Ook bloemen en bloemknoppen worden aangevreten.

Levenswijze

Levenswijze

De motjes zijn 15 mm lang. De vleugels hebben een spanwijdte van 25 tot 30 mm. Op de vleugels is een geelachtige nier- of boonvormige vlek zichtbaar.

De eieren worden in eispiegels, 50 tot 150 per groep, afgezet soms in meerdere lagen bovenop elkaar. Per vrouwtje worden 300 tot 600 eieren gelegd. Na een paar dagen komen de rupsen uit de eieren. Aanvankelijk blijven de rupsen bij elkaar (tot het derde of vierde stadium). De grotere rupsen verspreiden zich over de plant.

Jonge rupsjes zijn vaal geelgroen. Na verloop van tijd worden ze geel, groen, bruin en zelfs zwart afhankelijk van de waardplant, het ontwikkelingsstadium en het klimaat. Volgroeide rupsen verlaten de plant en verpoppen in de grond. De pop is licht bruin van kleur en heeft een lengte van 15 - 20 mm. Het pop stadium duurt ongeveer 6 dagen onder warme omstandigheden.

De totale ontwikkelingsduur van ei tot volwassen Floridamot bedraagt bij 20 ºC 35 dagen en bij 30 ºC slechts 17 dagen. De vrouwtjes leven ongeveer 15 dagen. In een warm klimaat zijn er 5 tot 6 generatie per jaar. In kassen kunnen de motten het hele jaar voorkomen.

Maatregelen

Maatregelen

  • De Floridamot kan zowel chemisch als biologisch worden bestreden. De rupsen hebben resistentie op gebouwd tegen vrijwel alle insecticiden.

  • Biologische bestrijding kan met aaltjes (Steinernema), de roofwantsen Orius spp en Podisus en sluipwespen (Cotesia). Orius species hebben vooral effect op de eieren en de kleinere rupsen.

  • Daarnaast kunnen bespuitingen worden uitgevoerd met de bacterie Bacillus thuringiensis, de schimmel Beauveria bassiana en het Baculovirus Nucleopolyhedro virus. Lees meer over bestrijding van rupsen met bacterie- en virusziekten.

  • Insectengaas in de luchtramen voorkomt binnenvliegen van de motjes vanuit de buitenvegetatie.

Â