Dromedarisluis

Bruin tot donkergrijze bladluis met lange poten. De naam heeft deze luis te danken aan de verhoging achter op de rug. Deze luizen leven in dichte koloniën in de herfst en winter op  takken en  twijgen van de wilg. Ze produceren veel honingdauw.

Zuigende luizen veroorzaken kankerachtige bastmisvormingen en groeiremmingen. De bast verkleurt roodbruin en het blad valt voortijdig af. Gedeeltes van bomen en struiken kunnen afsterven.

In sommige jaren komen de luizen heel algemeen voor. In andere jaren zijn ze nagenoeg niet aanwezig.

In de herfst komen de luizen tevoorschijn. Na december worden de koloniën kleiner en tenslotte verdwijnt de luis. De volgende herfst verschijnt de luis weer. Het is onbekend waar ze gedurende het voorjaar en de zomer overleven.

Bij een lichte aantasting is het mogelijk om de mechanische te verwijderen door met een doek te takken schoon te wrijven.