Roest - naaldroest - Pinus - Campanula

De kleine blaasjes op de naalden produceren oranje bekersporen. Veel schade ontstaat als onder een Pinus veel van de wisselwaardplanten staan, met name kruiskruid. Bij Campanula ontstaan aan de onderzijde van het blad oranje-rode sporenhoopjes.

Op de naalden van Pinus worden talloze kleine blaasjes (aecidiën) gevormd. Na het openbarsten hiervan komen de bekersporen vrij, die een aantal kruidachtige planten kunnen infecteren. Daarop ontstaan dan de zomer- en wintersporen. Welke kruidachtige plant geïnfecteerd wordt, hangt af van de vorm van de schimmel (forma speciales)

Bij Campanula overwintert de schimmel in dood blad. In het voorjaar veroorzaken vrijkomende sporen onder vochtige omstandigheden. Op bladeren vormen zich grijsachtige vlekken, met kenmerkend wit schimmelpluis. De bladvlekken hebben een lichte of donkergekleurde rand. Vaak zijn ze hoekig en worden begrensd door nerven.

• Vermijd vochtig blijven van gewas.

• Aangetast en afgevallen blad opruimen.