Stengelaaltje - aardappelen
Gewas:Â Aardappelen
Wetenschappelijke naam:Â Ditylenchus dipsaci
Groep:Â Aaltjes
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
Stengelaaltjes komen voor op klei, zavelgronden en leemhoudende zand en dalgrond. In het loof is de aantasting herkenbaar aan verkorting en verdikking van stengeldelen. In bladoksels worden soms gallen aangetroffen. Aangetaste knollen hebben papierachtige ingezonken plekjes. Het aaltje dringt vaak aan de stolon zijde de knol binnen met naar binnen dringend knolrot als gevolg. |
Levenswijze |
---|
Waardplant zijn o.a. aardappel, erwt, tuinboon, ui en rogge. Over het algemeen is een aardappel weinig gevoelig als het gaat om symptomen en verlies aan opbrengst, maar de aardappel is wel een goede vermeerderaar van stengelaaltjes waardoor in een volgend gewas, bijvoorbeeld uien, behoorlijke schade kan optreden. Stengelaatjes kunnen zowel bovengrondse delen als knollen aantasten. Bij temperaturen net boven 0°C zijn de aaltjes al actief. Bij temperaturen rond 15°C duurt de levenscyclus ongeveer 3 weken. Een vrouwtje legt 200 tot 500 eieren. Stengelaaltjes hebben het vermogen zich onder gunstige omstandigheden sterk uit te breiden. Bij lage aanvangsaantallen kan in een gunstig jaar al een schadelijke populatie opgebouwd worden. De aangetaste knollen zijn niet geschikt als pootgoed. In de bewaring kunnen aaltjes buurknollen aantasten. Stengelaaltjes kunnen in een juveniel stadium overgaan in een soort van rusttoestand, waardoor ze ongunstige omstandigheden kunnen overleven. In de bodem kunnen ze jarenlang overblijven en ook verspreiding via uienzaad is mogelijk. |
Maatregelen |
---|
Alle maatregelen moeten gericht zijn op het voorkomen van een tot schade leidende beginpopulatie door:
|
Meer informatie |
---|
|
Â