Oranjepluis - blad- en stengelvlekkenziekte - tulp

Op de stengel ontstaan,gewoonlijk op de grens van grond en lucht, onregelmatig gevormde, langwerpige vlekken. Het oppervlak is daar ruw en enigszins ingezonken.

De stengel is vaak tot vrij diep in de grond aangetast. Boven de grond is het centrum van de vlekken vaak bedekt met een oranje korstje. De stengel breekt op deze plaats gemakkelijk. Soms komen ook grijsachtige, dode plekken in de bladeren voor, vooral in de oksel van de onderste bladeren. Later ontstaat een oranjerode kleur.

Fusarium avenaceum is de ongeslachtelijke vorm van Gibberella avenacea. De schimmel kan op dood organisch materiaal in de grond in leven blijven en ook voorkomen op dekmateriaal, vooral in graanstro. De groei van de schimmel en de aantasting worden bevorderd door hoge temperatuur (20 graden C) en hoge luchtvochtigheid. Onder die omstandigheden kunnen de sporen die in de oranje sporenkussentjes worden gevormd, de ziekte verspreiden, maar in het algemeen vormt deze vorm van verspreiding geen belangrijke rol. Te velde kan aantasting door deze schimmel ontstaan op gescheurd grasland, humeuze zavelgrond.  De bollen worden niet aangetast.

• Tijdens de broeierij te hoge luchtvochtigheid in de kas vermijden.

• Geen grote hoeveelheden organische stof toevoegen aan de grond.