Rood guichelheil
Wetenschappelijke naam: Anagallis arvensis subsp. arvensis
Familie: Sleutelbloemfamilie (Primulaceae)
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Het kiemblad is eivormig met een duidelijke punt, grof, leerachtig glanzend, aan de basis het breedst, aan de onderkant bruin gespikkeld. Het is een onopvallend plantje dat meestal langs de grond kruipt, waarbij het de uiteinden van de stengels opricht. De echte bladeren staan zijn kruiswijs tegenoverstaand met een gave bladrand, onbehaard, zonder bladsteel en aan de onderkantdonker gespikkeld. De plant heeft kleine oranje tot oranjerode bloemen, tegenoverstaand, komend uit de bladoksels met zeer dunne bloemsteeltjes. Het plantje heeft een vierkante onbehaarde stengel die tot 30cm hoog kan worden. Op kalkachtige grondsoorten komt soms de blauw bloeiende ondersoort Blauw guichelheil voor (A. arvensis subsp. foemina). Blauw guichelheil (A. arvensis subsp. foemina) staat op de rode lijst voor beschermde planten en mag niet worden bestreden. |
Levenswijze |
---|
De zaden kunnen langer dan 10 jaar kiemkrachtig overblijven in de grond. De optimale kiemtemperatuur is 7-20oC. De zaden kiemen vooral in het voorjaar. Guichelheil is eenjarig en is meestal te vinden op lichte kalkrijke klei- en zavelgrond, maar soms ook op zandgrond. De bloeitijd is van juni tot augustus. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|