Reuzenbalsemien
 Wetenschappelijke naam: Impatiens glandulifera
 Familie: Balsemienfamilie (Balsaminaceae)
Â
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
Reuzenbalsemien in een eenjarige plant die tussen 0,50 en 2,5 meter hoog kan worden. De stengels zijn dik, geribd, kaal en hebben brede knopen. De bladeren zijn tegenoverstaand of zitten in kransen van 3 tot 5 bladeren rondom de stengel. De bladeren zijn langwerpig, toegespitst en scherp getand. Ze hebben rode punten op de zaagtanden en forse, knotsvormige rode klieren in de bladoksels. De geurende bloemen groeien in pluimen met 2 tot 15 bloemen op rechte, schuin omhoog staande stelen. De bloemen zijn rozewit, soms paars, van binnen gevlekt en 2½ tot 4 cm groot. Het onderste kelkblad is zakvormig en heeft een kort, gekromd en donkerder gekleurd spoor. De bloemen hebben een grote aantrekkingskracht op bestuivers zoals bijen en hommels. Reuzenbalsemien is afkomstig uit de Himalaya (Tibet en India), waar hij groeit op een hoogte van 1.800 tot 4.000 meter. In 1839 werd de soort ingevoerd in Kew Gardens, Londen. Op het vaste land van Europa is hij rond het jaar 1900 gaan verwilderen. Inmiddels komt de plant in heel West-Europa voor. In Zuidwest-Duitsland was reuzenbalsemien al vanaf 1920 op sommige plekken algemeen, waarschijnlijk door aanvoer van zaden via de Rijn vanuit Zwitserland. Begin 19e eeuw is de soort ook in Nederland geïntroduceerd als tuinplant en de afgelopen decennia op veel plaatsen verwilderd vanuit tuinen en door aanplant door imkers. Inmiddels komt de soort in Nederland vrij algemeen voor, voornamelijk in het rivierengebied en in stedelijke gebieden. |
Levenswijze |
---|
Reuzenbalsemien verspreidt zich via zaden. Wanneer rijpe zaaddozen worden aangeraakt, gaat de doos open en schieten de zaden weg, vandaar dat de plant ook wel 'springbalsemien' wordt genoemd. De zaden kunnen tot 7 meter ver wegschieten. Eén plant kan tussen de 2.500 en 4.000 zaden produceren. Wanneer ze in het water terecht komen, kunnen de zaden via beken en rivieren over grote afstanden verspreiden. Er ontwikkelt zich geen echte zaadbank, omdat de zaden slechts één winter tot maximaal 18 maanden kunnen overleven. De soort gedijt relatief goed in de schaduw, maar is gevoelig voor droogte en vorst. De plant sterft bij de eerste vorst af. Reuzenbalsemien heeft een sterk regeneratief vermogen. Dit betekent dat afgemaaide stengels opnieuw uitgroeien en weer kunnen gaan bloeien. Ook de kleinere planten produceren bloemen en zaden. De periode van het ontkiemen tot het begin van de bloei is ongeveer 12-13 weken. De zaden hebben een grote kiemkracht, 80% van de zaden worden nieuwe planten. |
Maatregelen |
---|
Het verwijderen van reuzenbalsemien is kostbaar en tijdrovend door het grote regeneratievermogen en de effectieve verspreiding. De bestrijding kan op 2 manieren:
|
Meer informatie |
---|
|
Â