Grote appelspintkever

Gewas: Appel, Peer, Prunus, Lijsterbes, Meidoorn, Dwergmispel, Haagbeuk, Iep, Hazelaar

Wetenschappelijke naam: Scolytus mali

Groep: Insecten

Vrouwtje van de appelspintkever
Moedergang met larvegangen

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Herkenning

Herkenning

De kever is donkerbruin, 3-4 mm lang en heeft een groot halsschild. De voorkant van de kop van het mannetje is plat en behaard, bij een vrouwtje gewelfd en kaal. De dekschilden hebben in de lengterichting rijen met puntjes. In de bast van de boom zitten talrijke kleine gaatjes, daaronder in de bast bevinden zich dan de moedergang met larvengangen. De gaatjes bevinden zich aan de uiteinden van de larvegangen.

Levenswijze

Levenswijze

De appelspintkever zoekt vooral verzwakte bomen op om zich in te vestigen. Het vrouwtje maakt een moedergang en legt daarin de eitjes. De larven uit die eitjes graven elk een zijgang aan de moedergang en overwinteren daarin. Aan het eind van de larvegang verpoppen ze in het voorjaar. en na verpopping maken ze een gaatje van waaruit ze wegvliegen naar naburige gezonde bomen. Daar vreten ze okselknoppen aan: de rijpingsvraat. De eerste generatie kevers vliegt van mei tot juni, de tweede van augustus tot september.

Maatregelen

Maatregelen

Als een boom is aangetast, is het voor bestrijding te laat. Men kan alleen preventief iets doen: zorg dat er geen dood hout in de boomgaard ligt, dit is een kraamkamer voor de appelspintkever. Er zijn verschillende sluipwespen die op de appelspintkever parasiteren. Chemische bestrijding, mits er middelen voor zijn toegelaten, is alleen zinvol in de periode van de rijpingsvraat. Maar ook dan is het niet aan te bevelen omdat het biologische evenwicht in de boomgaard daardoor wordt verstoord.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â