Purpervlekkenziekte

Op de bladeren ontstaan langwerpige, aanvankelijk witgrijze vlekken die later paarsrood (purper) verkleuren. Rond de vlek is een bleke zone aanwezig. Aangetaste bladeren worden gewoonlijk geel tot bruin en gaan vanuit de vlekken tot rotting over. Ook het ondergrondse deel kan worden aangetast.

De schimmel overwintert in aangetaste plantresten. De  symptomen ontwikkelen zich gewoonlijk laat in de zomer als sporen met opspattende regendruppels worden verspreid vanuit die geïnfecteerde plantresten. De ziekte ontwikkelt zich het sterkst onder vochtige omstandigheden en bij temperaturen tussen 24 en 27^oC. Onder de 13^oC vindt geen infectie plaats. De schimmel kan ook met het zaad overgaan. Purpervlekkenziekte komt vooral voor op verzwakte planten, maar er is ook een groot verschil tussen preirassen in de gevoeligheid voor deze ziekte. Vooral prei op lichte gronden is gevoelig.

Dompelen vóór het uitplanten volgens geldende voorschriften.

• Zie ook fluweelvlekkenziekte

• Zie ook papiervlekkenziekte

• Zie ook Rozerotvlekkenziekte

• Zie ook vetvlekkenziekte

• Zie ook roest-prei