Bladvlekkenziekte - komkommer

Gewas: Komkommer

Wetenschappelijke naam: Stagonosporopsis cucurbitacearum (syn.Didymella bryoniae)

Groep: Schimmels

Beginnende bladaantasting
Beginnend vruchtrot
Stengelaantasting

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

De schimmel Stagonosporopsis cucurbitacearum veroorzaakt Bladvlekkenziekte bij komkommer, die op een aanzienlijk aantal glastuinbouwbedrijven schade aanricht in de vorm van gewas en vruchtaantasting.

De ziekte is in het groeiseizoen herkenbaar aan onregelmatige gele vlekjes van enkele mm in het blad en in het groeipunt. De vlekjes groeien verder uit en in een later stadium sterft het aangetaste weefsel af en wordt grijs tot bruingroen. Bij ernstige aantasting sterft (een groot deel van) het blad af. In een aantal gevallen worden bladstelen en vruchtsteeltjes die na het oogsten van de komkommervruchten achterblijven, aangetast. Deze aantasting kan de hoofdstengel ingroeien waardoor de plant boven het aangetaste stengeldeel soms afsterft. In sommige gevallen wordt de stengel(voet) aangetast.

Vruchten kunnen inwendig en uitwendig worden aangetast. De uitwendige aantasting uit zich veelal in het afzetkanaal in de vorm van vruchten met rotte plekken.. Voor veel bedrijven is inwendig vruchtrot economisch gezien de belangrijkste aantasting. Inwendig aangetaste vruchten zijn te herkennen aan een iets ingevallen punt aan het bloemeinde. De vrucht is inwendig bruin en rot . Deze rotting manifesteert zich veelal pas in het handelskanaal.

Op alle aangetaste plantendelen, behalve op inwendig aangetaste vruchten, komen kleine zwarte vruchtlichamen in de vorm van puntjes van minder dan 1 mm.

Levenswijze

Levenswijze

De schimmel tast alleen sommige cucurbitaceaeën aan. Op aangetast weefsel vormen zich vruchtlichamen, ongeslachtelijke pycnidiën met daarin pycnidiosporen en het geslachtelijke stadium peritheciën met daarin ascosporen. Deze pycniden en peritheciën zijn de zwarte puntjes die op aangetast plantenweefsel te zien zijn. Ascosporen verplaatsen zich door de lucht door luchtbeweging in de kas en wind. Afhankelijk van het deel van de plant kiemen de sporen die op planten terecht komen als de R.V. voldoende lang zeer hoog is, de plantendelen lang genoeg nat zijn als er wonden op de plant aanwezig zijn. De schimmel groeit in het plantenweefsel verder uit en vormt uitwendig nieuwe vruchtlichamen. Zolang het plantmateriaal niet is verteerd blijven de vruchtlichamen levenskrachtig. Als de vruchtlichamen vochtig worden, komen er sporen uit.

Sporen die op bloemen terecht komen, kiemen op de stempel, groeien door de stijl van de bloem het jonge vruchtje in en veroorzaken zo inwendig vruchtrot. Bij welke teelt- en klimaatsomstandigheden bloeminfectie plaats vindt, is niet duidelijk.

Maatregelen

Maatregelen

  • Verwijder bij de teeltwisseling zorgvuldig alle gewasresten uit de kas. Doe de aangetaste gewasresten in een gesloten container of voer het aangetaste materiaal af. Spuit de kas en materialen in de kas schoon met water, liefst met daarin een ontsmettingsmiddel.

  • Een belangrijke maatregel om gewasaantasting te voorkomen, is het voorkomen van hoge RV en condensatie in het gewas. Dit kan door een combinatie van stoken en luchten.

  • Probeer door teeltmaatregelen guttatie, hoge worteldruk en natslaan te voorkomen.

  • Bloeiende bloemen aan jonge vruchten verwijderen voorkomt inwendig vruchtrot

  • De schimmel bestrijden met chemische gewasbeschermingsmiddelen. Middelen dienen te worden afgewisseld om resistentieontwikkeling van de schimmel tegen de middelen te voorkomen.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â