Aardbeibladaaltje - pioenroos

Gewas: Diverse gewassen: pioenroos, aardbei, vaste planten

Wetenschappelijke naam: Aphelenchoides fragariae

Groep: Aaltjes

Tussennervige bladsymptomen op pioenblad duiden op aantasting van het aardbeibladaaltje
Een opengesneden bloemknop van pioenroos toont schade van het aardbeibladaaltje aan de bloemknop

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

In de bladeren wordt de aanwezigheid van bladaaltjes zichtbaar door verbruining van de bladeren, die vaak scherp begrensd wordt door de nerven en door sikkelvormige misvormingen van het blad.

Dit specifieke bladaaltjessymptoom is niet het grootste probleem. Veel erger is de aanwezigheid van bladaaltjes in de bloemknoppen (Foto 2). Aangetaste knoppen sterven vaak vroegtijdig af, wat tot een lagere bloemproductie leidt. Hoewel de aaltjes in de bladeren niet direct van invloed zijn op de bloemproductie, zijn de bladeren wel de plaatsen waar de aaltjes zich sterk vermeerderen. De aaltjes kunnen van daaruit de ondergronds aangelegde blad- en bloemknoppen bereiken en aantasten.

Levenswijze

Levenswijze

Het aardbeibladaaltje dringt de plant binnen via de huidmondjes, en leven in de ruimtes tussen de cellen van de bladeren en in de knoppen, en in de waterfilm tussen de schubben en in de holten boven het groeipunt. Van daaruit worden de plantencellen aangeprikt. Bij 18°C voltooit het aaltje haar cyclus van ei tot ei in elf dagen.

De minimumtemperatuur waarbij nog vermeerdering plaats vindt is niet bekend, maar bij de verwante soort Aphelenchoides ritzemabosi (het chrysantenbladaaltje) is deze 8°C. Een vrouwtje legt gemiddeld 32 eieren. Doordat de soort zich geslachtelijk vermeerdert, is het theoretisch mogelijk dat per generatie een vermenigvuldiging optreedt van zestien maal. Onder voor het aaltje gunstige omstandigheden (10-20°C, veel vocht en een goede voedingsbron) kan het aaltje zich dus explosief vermeerderen. De aaltjes overwinteren in de knoppen.

Maatregelen

Maatregelen

De meeste aantastingen worden veroorzaakt door besmet plantgoed. Het is dus heel belangrijk dat plantgoed vrij is van het aardbeiaaltje. Een NAKTuinbouw keuring kan hierbij zekerheid verschaffen. Wordt aan besmetting getwijfeld of zijn op het veld symptomen aangetroffen dan kan een warmwaterbehandeling worden uitgevoerd. Hiervoor wordt de partij gedurende de rustperiode gerooid en krijgen de planten bij voorkeur gedurende 2 uur een warmwaterbehandeling bij 43,5°C. Wanneer dit plantmateriaal weer wordt terug geplant moet men er ook zeker van zijn dat het perceel schoon is van bladaaltjes. Was de voorvrucht besmet en heeft er daarna onkruid op het perceel gestaan, dan is ook het onkruid besmet. Het aardbeibladaaltje heeft nl. een groot aantal waardplanten. Na ongeveer drie maanden zomerbraak mag men er van uitgaan dat een in eerste instantie besmet perceel weer gezond is.

Een besmet gewas kan door teeltmaatregelen (onder anderen: open gewas, droog telen, onderdoor watergeven (m.b.v. druppelslangen), hygiënisch telen en besmet materiaal afvoeren) en chemische bestrijding langer in productie worden gehouden. Ook het afvoeren van gewasresten aan het eind van het groeiseizoen verlaagt de aaltjesdruk.

Meer informatie

Meer informatie

  •