Materiaalstromen in de glastuinbouw
De Wiki Circulaire Glastuinbouw focust op zes belangrijke materiaalstromen die gebruikt worden in kassen voor de productie van planten, groente en fruit: meststoffen, groeimedia, CO2, biomassa, plastic en water. In het onderstaande materiaalstroomdiagram is voor een tomatenteelt in Nederland te zien hoeveel van deze productiemiddelen het bedrijf instromen, en hoe deze er weer uit komen. De hoeveelheden worden uitgedrukt in gram productiemiddel per kg tomaat. Voorbeeld: er wordt in totaal 11.627 gram water (≈ 11,6 liter) gebruikt om 1 kg tomaat te produceren.
Materiaalstroomdiagram van water, meststoffen, CO2, substraat en plastic voor een tomatenteelt in Nederland. De bladeren, stengels en natuurlijk de tomaten vormen samen de geproduceerde biomassa.
Let op: binnen 1 type materiaalstroom kan de grootte van verschillende stromen worden vergeleken. Zo is bijvoorbeeld te zien dat van de meststoffen, kalium het meest gebruikt wordt en magnesium het minst. Tussen verschillende materiaalstromen kan de grootte van stromen niet worden vergeleken. Deze visualisatiemethode is gekozen omdat water veruit de grootste stroom is, waardoor de andere materiaalstromen verwaarloosbaar klein zouden zijn als ze in relatie tot water zouden worden afgebeeld.
Van data naar materiaalstroomdiagram naar inzichten
Door data te verzamelen van materiaalstromen kunnen we diagrammen maken zoals het bovenstaande voorbeeld voor een tomatenteelt. Maar wat kunnen we vervolgens met zo’n diagram en wat heeft het te maken met circulariteit? Ten eerste kunnen we met behulp van het bovenstaande materiaalstroomdiagram tot enkele inzichten komen zoals:
Het meeste water verlaat de kas door de luchtramen als verdamping van het gewas.
Een aanzienlijk deel van de meststoffen komt terecht in de stengels en bladeren.
Slechts een heel klein deel van de gedoseerde CO2 wordt vastgelegd in tomaten.
Veel productiemiddelen raken met elkaar vermengt. De steenwolmat bevat bijvoorbeeld aan het einde van de teelt ook water, meststoffen (en wortels). De bladeren en stengels (biomassa) bevatten ook plastic touw, clips en trosbeugels.
Op basis van dit soort inzichten kunnen we uitdagingen en kansen identificeren om de glastuinbouw meer circulair te maken. Twee voorbeelden:
Als we het waterverbruik willen verminderen (R2. Reduce) dan is de meeste impact te behalen bij de verdamping aangezien dit de grootste uitgaande stroom is.
Het deel van de meststoffen dat in de stengels en bladeren terecht komt, kan er misschien weer worden uitgehaald om opnieuw meststoffen van te maken (R5. Recycling).
Van inzichten naar acties
Hoe we uitdagingen oppakken en kansen benutten kan op allerlei manieren. De R-ladder biedt hierbij houvast en inspiratie. Het optimaliseren van een proces om efficiënter te functioneren kan bijvoorbeeld al snel grondstoffen schelen (R2. Reduce). Maar impact kan ook behaald worden door het herontwerpen van een systeem zodat een specifiek productiemiddel niet langer nodig is (R1. Refuse).
Gelukkig gebeurt er al een hele hoop in de glastuinbouw. Een overzicht met bestaande circulaire praktijken en -innovaties is hier te vinden: Stappen naar circulaire glastuinbouw: Transitiepaden en innovaties
Elke materiaalstroom heeft een eigen verhaal met specifieke uitdagingen en kansen om circulariteit te bereiken. Spring hier snel naar de materiaalstroom waar jij meer over wilt weten: