Aardappels
Phytophthora infestans is voor aardappeltelers nu al een probleem. De verwachting is dat bij een warmere nattere lente Phytopthora een verhoogd risico gaat vormen. Bij nat weer kan phytophtora makkelijker het blad binnendringen en kan binnen enkele weken een heel perceel infecteren. Hevige neerslag kan zorgen voor inspoeling van sporen wat tot gevolg heeft dat niet alleen het blad wordt geïnfecteerd, maar ook de knollen [1] [2]. Dit is vaak pas zichtbaar tijdens het bewaren van de aardappels. Drogere periodes in de zomer kunnen ervoor zorgen dat Phytophtora makkelijker bestreden kan worden.
Verder zijn er aanwijzingen dat hogere temperaturen zorgen voor hogere luizendruk en daardoor meer virusoverdracht. Door de warmere winters en hogere temperaturen in het groeiseizoen kunnen Coloradokers makkelijker overwinteren en meer generaties vormen [2] [1].
Doordat klimaatverandering naar verwachting zorgt voor drogere zomers kan gewone schurft of poederschurft voor meer opbrengstverlies [1] [2].
Ook de opbrengstderving door bacterieziektes neemt door de veranderende weersomstandigheden toe. Tijdens warme en natte periodes kunnen bacterieziekten, zoals bruinrot, natrot en zwartbenigheid namelijk de aardappelplant aantasten [1] [2].
De introductie van nieuwe plagen door de veranderende weersomstandigheden is nog een onzekerheid [7].