1.1 Plantbalansen
Het denken vanuit plantbalansen is een generieke en robuuste manier om het functioneren van planten te verklaren. Het gaat erom te begrijpen waar de plant mee bezig is, zonder in detail te hoeven weten hoe de onderliggende processen precies werken. Alle biochemische processen in de plant staan immers ten dienste om de verschillende balansen in evenwicht te brengen en te houden. Het brengt tevens de noodzakelijke samenhang tussen deze processen naar voren. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen momentane samenhang en korte en lange termijn samenhang. Optimale groei volgt uit een optimale balans tussen alle betrokken plantprocessen. Hierbij worden de plantprocessen gerangschikt in drie plantbalansen:
De assimilatenbalans: het evenwicht tussen de aanmaak en het verbruik van assimilaten.
De energiebalans: het evenwicht van aanvoer en afvoer van energie naar en van het gewas.
De waterbalans: het evenwicht tussen aanvoer en afvoer van water in het gewas.
De huidmondjes op bladeren spelen een verbindende rol tussen deze drie balansen. Nieuwe inzichten over de werking en rol van de huidmondjes levert nieuwe handvatten op om de plantbalansen optimaal te ondersteunen, onder andere door het regelen van het kasklimaat.
Het blad is een combinatie van een zonnepaneel (bovenkant blad) en een koelmotor (onderkant van het gewas). Hiermee is een plant uiterst effectief toegerust om met zeer wisselende klimaatomstandigheden om te gaan. En dat is maar goed ook want een plant is gebonden aan een vaste standplaats en kan dus geen verkoeling zoeken in de schaduw of in het water.