7. Industriële verwerking tot textiel
Vezelhennep is lange tijd een belangrijk gewas geweest voor het maken van kleding en huishoudtextiel. Vanaf de jaren 1930 werden hennepvezels gaandeweg vervangen door katoen en fossiele oliegrondstoffen. Met meer aandacht voor duurzaamheid (§4.2, 5.2) wordt hennep voor textiel weer herontdekt. Deze ontwikkeling versnelt zich als gevolg van de toenemende vraag naar vlastextiel en de achterblijvende productie van vlas als gevolg van droogtegevoeligheid in combinatie met de lage rotatie frequentie van vlasteelt.
De verwerking en textieltoepassingen van hennep zijn in de basis vergelijkbaar aan vlas. Nadat de hennepstengels geroot, gedroogd en gebaald zijn, kunnen de – nog steeds parallelle – stengels verder verwerkt worden tot lange vezels en uiteindelijk garen. De industriële verwerking van hennep tot textiel kan onderscheiden worden in de productie van garens op basis van lange vezels (§7.1) en op basis van korte vezels (§7.2). Deze korte vezels zijn dan ofwel een bijproduct van de lange vezel route (§7.1.1, 7.1.3), ofwel een product van technische vezel productie (§6.1).
De verkregen garens worden tot textiel verwerkt door middel van weven (§7.4.2) of breien (§7.4.3). Na het weven of breien is vaak nog een veredeling (§7.4.4) en nabehandeling (§7.4.5) gewenst. Deze processtappen zijn gebruikelijk voor alle vezelgrondstoffen, plantaardig zowel als synthetisch.
§7.1 Productie van garen met lange hennepvezels
§7.2 Spinnen van korte vezels van de zwingel- en hekellijn