/
3.4 Rassen voor technische toepassingen

3.4 Rassen voor technische toepassingen

Er zijn 2 verschillen tussen vezelhennep voor technische toepassingen en textieltoepassingen. Voor technisch toepassingen zoals composieten, isolatiemateriaal en groeimedium dienen de vezels niet noodzakelijk fijn te zijn zoals voor textiel. En de tijd die nodig is om goed te roten is korter dan voor textiel, waardoor later bloeiende rassen gekozen kunnen worden. Rassen die later in het seizoen bloeien, groeien langer door en leveren daardoor een hogere opbrengst in ton per hectare. Deze planten zijn groter en dikker, en leveren dus ook meer houtige delen, zogenaamde scheven of lemen, die geschikt zijn voor o.a. kalkhennepbouw en paardenstalstrooisel.

Het scheiden van vezels en scheven kost wel meer moeite voor laat geoogste planten dan bij jonge planten. Goed (veld)roten is dan extra van belang. In gebieden zoals Noord-Nederland waar de kans om goed te veldroten (§5.4) afneemt met later oogsttijdstip levert dit een spanningsveld op.

In Nederland zijn de drie momenteel meest geteelde cultivars USO 31, Felina 32 en Futura 75. Henneprassen worden evenwel verder ontwikkeld.

 

 

Related content