Effecten op integratie van management van ziekten, plagen en het gewas.

Pesten, plagen, biologische bestrijding en bestuivers nemen licht waar. Het licht heeft invloed op interne processen, ontwikkeling en gedrag. De invloed van het lichtspectrum op de biologie wordt belangrijker omdat middelen om curatief in te grijpen steeds minder beschikbaar zijn. Voor het bestrijden van ziekten en plagen in de kas is het belangrijk om natuurlijke vijanden en antagonisten te introduceren, de vestiging en effectiviteit van deze biologische bestrijding te stimuleren en om de plantweerbaarheid te vergroten. Met licht kan invloed worden uitgeoefend op ziekten en plagen:

  1. Direct door effecten op de ziekten en plagen (Figuur; route a).

  2. Indirect via effecten op natuurlijke vijanden/antagonisten van ziekten en plagen (Figuur; route b)

  3. En de weerbaarheid van het gewas (Figuur; route c).

 

Conceptueel model voor geïntegreerde gewasmanagement

Benadering voor belichtingstrategieën voor ziekte en plaagbestrijding

Er zijn verschillende directe en indirecte manieren waarop de bestrijding van plaaginsecten en - mijten kan worden verbeterd door de lichtomstandigheden te veranderen. Bij aanpassen van de lichtcondities in de kas moet altijd een goede afweging gemaakt worden tussen de voordelen voor biologische bestrijding enerzijds en de gevolgen voor gewasproductie en energieverbruik anderzijds. 

Directe effecten licht op plagen

  1. Het creëren van lichtcondities die het gedrag van plagen kunnen manipuleren, zoals

    1. niet-aantrekkelijke lichtcondities, die de immigratie van plagen in de kas kunnen beperken,

    2. lichtcondities die de (vlieg)activiteit van plaaginsecten kunnen remmen, en hiermee de overdracht van insect-overdraagbare plantenvirussen en verspreiding van de plaag in de kas,

    3. lichtcondities die de (vlieg)activiteit van zgn. thigmotactische plagen (plagen die graag wegkruipen, zoals Californische trips) kunnen stimuleren, en ze zo uit hun schuilplaats kunnen lokken,

    4. lichtcondities die diapauze in plagen induceren,

    5. lichtcondities die het dagritme van plagen in de war kunnen brengen, en zo hun gedrag (e.g. eileggedrag of paringsgedrag) negatief kunnen beïnvloeden

    6. Het gebruik van aantrekkelijke visuele stimuli in vanglampen voor monitoring & mass trapping van plaaginsecten

  2. Het creëren van lichtcondities die een directe negatieve invloed hebben op de ontwikkeling, overleving en/of vruchtbaarheid van plagen

 

Indirecte effecten op plagen

  1. Het creëren van lichtcondities die het gedrag van natuurlijke vijanden kunnen manipuleren, zoals

    1. lichtcondities die de vlieg- loopactiviteit van natuurlijke vijanden bevorderen, en hiermee de zoekefficiëntie voor prooien

    2. lichtcondities die de perceptie van het kleurcontrast van prooien en/of prooischade op het gewas voor natuurlijke vijanden verhogen, en hiermee de zoekefficiëntie voor prooien

    3. lichtcondities die de inductie van diapauze in natuurlijke vijanden kunnen tegengaan

  2. Het creëren van lichtcondities die een positieve invloed hebben op de ontwikkeling, overleving en vruchtbaarheid van biologische bestrijders (waaronder ook entomopathogene schimmels en –aaltjes en -bacteriën).

  3. Het creëren van lichtcondities die de plantweerbaarheid verhogen, waardoor de populatie-opbouw van plagen wordt geremd

 

Benaderingen voor manipulatie licht voor bestrijding van plantpathogene schimmels en bacteriën

  1. Het creëren van lichtcondities die de plantweerbaarheid tegen plantpathogene schimmels en –bacteriën verhogen

  2. Het creëren van lichtcondities die een direct effect hebben op de groei, ontwikkeling, infectieproces en/of de voortplanting van plantpathogene schimmels en bacteriën.

  3. Het creëren van lichtcondities die de antagonisten van plantpathogenen een voorsprong geven

 

Dit onderwerp wordt verder belicht in de volgende secties:

 

Rapporten & Artikelen

Denkkader licht (2020)