/
2.9 Kernpunten van de basisprincipes in de fokkerij (2024)

2.9 Kernpunten van de basisprincipes in de fokkerij (2024)

  1. Een fokprogramma wordt gekarakteriseerd door een serie van opeenvolgende activiteiten: het bepalen van het fokdoel, registratie van fenotypes, genotypes en stambomen, het schatten van de fokwaarden voor selectie kenmerken in een genetisch model, het selecteren van ouderdieren op basis van geschatte fokwaardes, het paren van dieren en de verspreiding van genetische vooruitgang naar de productie dieren en een evaluatie van het fokprogramma gefocust op het behouden van genetische diversiteit en op de selectie respons.

  2. Lichaamscellen van zoogdieren en vogels hebben een kern waarin chromosoomparen liggen. Het aantal chromosoomparen is verschillend tussen diersoorten, dit maakt het kruisen van verschillende diersoorten onmogelijk. Chromosomen zijn strengen DNA, Desoxyribonucleïnezuur, die door middel van een dubbele helix een macromolecuul vormen en de dragers zijn van de genetische informatie in alle cellen van hogere organismen.

  3. Een gen is een eenheid van erfelijk materiaal, bestaande uit stukken DNA, waarmee organismen erfelijke eigenschappen doorgeven aan hun nageslacht. DNA wordt in een proces genaamd transcriptie omgezet in RNA. RNA kan dan weer worden omgezet in een polipeptide ketting in een proces genaamd translatie. De polipeptide ketting is een eiwit met een fysiologische functie. Een gen kan ook muteren in verschillende vormen die allelen worden genoemd. Een ander allel kan aanleiding gevn tot de productie van een afwijkend eiwit met een afwijkende functie.

  4. In alle lichaamscellen zijn chromosomen twee keer aanwezig: één kopie komt van de vader en één van de moeder. Ook alle genen zijn twee keer aanwezig. Deze genen kunnen identiek zijn: een allel verkregen van de vader kan identiek zijn aan een allel gekregen van de moeder. Als dit het geval is, is het dier homozygoot voor het gen. De allelen afkomstig van de vader en van de moeder kunnen ook verschillend zijn, dan is het dier heterozygoot voor het gen.

  5. Allelen kunnen dominant of recessief zijn (de interactie tussen twee allelen op een locus), effecten kunnen additief zijn: co-dominantie  (de heterozygote waarde ligt precies tussen de homozygote waardes) of overdominantie (de heterozygote waarde is hoger dan de genetische waarde van beide homozygoten).

  6. Allelen van een gen kunnen reageren op allelen van een ander gen: epistasie.

  7. In spermacellen en eicellen zijn chromosomen niet langer in tweevoud aanwezig en gegroepeerd in paren. In de testis en in de eierstok worden de chromosoomparen uit elkaar gehaald en heeft elk chromosoom een gelijke kans om terecht te komen in de sperma of eicel. Dit proces wordt meiose genoemd en kan leiden tot Mendeliaanse uitsplitsing: elk sperma of eicel heeft een unieke combinatie van allelen van het ouderdier. Het is een belangrijke gebeurtenis die genetische diversiteit crëert.

  8. Door de gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens meiose, bestaat zowel het spermacel als het eicel uit 50% van het DNA van het ouderdier (een natuurlijke wetmatigheid in het doorgeven van DNA van ouder naar nakomeling). Na de bevruchting van een eicel door een spermacel heeft de nucleus van de zygoot weer een normaal aantal chromosomen, aanwezig in tweevoud en gegroepeerd in paren. Elk dier krijgt dus de helft van zijn chromosomen, de helft van de genetische aanleg, van zijn vader en de helft van zijn moeder. Hierdoor is genetische relatie tussen dier en ouder 0.5. Dit noemen we een additieve genetische relatie.

Related content

4.13 De mogelijkheden van DNA-analyse en monsters voor het verzamelen van DNA (2024)
4.13 De mogelijkheden van DNA-analyse en monsters voor het verzamelen van DNA (2024)
More like this
2.4 De overgang van chromosomen en genen van ouders naar nakomelingen
2.4 De overgang van chromosomen en genen van ouders naar nakomelingen
More like this
2.2 DNA als drager van genetische informatie
2.2 DNA als drager van genetische informatie
More like this
2.1.2 Het verzamelen van informatie voor het schatten van fokwaarden
2.1.2 Het verzamelen van informatie voor het schatten van fokwaarden
More like this
1.8 Introductie van DNA in de fokkerij (2024)
1.8 Introductie van DNA in de fokkerij (2024)
More like this
12.7: Belangrijke punten over fokkerijprogramma’s (2024)
12.7: Belangrijke punten over fokkerijprogramma’s (2024)
More like this