Bodemverdichting Drenthe
Uitvoeringsperiode: 01-01-2019 t/m 31-12-2020
Regio: Drenthe
Doel
Het project richt zich op het bereiken van de agrarisch ondernemer via de loonwerker, zodat zij gezamenlijk de problematiek omtrent de verdichting van de bodem kunnen aanpakken. Hierbij is beoogd om een proces op gang te brengen, dat leidt tot meer bewustwording over deze problematiek en meer interactie tussen de loonwerker en de agrariër. Deze nieuwe benadering voor bodembeheer zal bodemvriendelijkere werkzaamheden op agrarische percelen tot gevolg hebben.
Aanpak
Voor de uitvoering van het project zijn drie pilotgroepen opgezet, bestaande uit 1 loonwerker en 2 agrarische ondernemers per groep. De desbetreffende loonwerker heeft zijn werkzaamheden gericht op het voorkomen en oplossen van bodemverdichting. Van de twee agrariërs binnen de pilotgroep is er één reeds bezig met het voorkomen van bodemverdichting en een tweede, die wel problemen met verdichting heeft, maar hier nog geen actie op heeft ondernomen.
Via de pilotgroepen is beoogd om verspreid over de provincie een grote groep loonbedrijven en agrarische ondernemers te bereiken. Deze doelgroep wordt bij het project betrokken via boerenexperimenten en bijeenkomsten zoals demo- en kennisdagen. Tezamen met een deskstudie zijn de boerenexperimenten input voor het opstellen van een checklist, die de samenwerking tussen loonwerkers en agrariërs aangaande het opheffen en voorkomen van bodemverdichting moet ondersteunen. De checklist wordt ingezet wanneer de loonwerker met de agrariër om tafel gaat om het bouwplan te bespreken. Beoogd is om met dit project ca. 60 loonbedrijven en 180 agrarisch ondernemers binnen de provincie Groningen te bereiken.
Eindresultaat
Het project richtte zich op het bereiken van een meer probleemgerichte samenwerking tussen agrarisch ondernemers en loonwerkers. Er werd beoogd om een proces op gang te brengen leidend tot meer bewustwording over de problematiek met betrekking tot bodemverdichting. Daarnaast werd ingezet op (het stimuleren van) interactie tussen de loonwerkers en de agrariërs bij het oplossen van bestaande en het voorkomen van dreigende bodemverdichting. Met het project werd beoogd een bijdrage te leveren aan de doelstelling ‘het stimuleren van de transitie naar een meer duurzaam gebruik van de bodem’.
Door in het project in pilotgroepen te werken met één loonwerker en twee boeren werd de interactie tussen de loonwerkers en agrariërs gestimuleerd. Het onderwerp bodemverdichting werd bespreekpunt tussen de loonwerker en de agrariër en samen kwamen ze tot een plan van uitvoering voor het boerenexperiment. Vervolgens werd bij de deelnemende agrariër een demodag georganiseerd, waarbij zowel agrariër als loonwerker nauw betrokken waren. De uitnodiging voor deze demodag werd zowel via bekende kanalen (LTO Noord, Cumela, Nieuwe Oogst), als ook via de kanalen en het netwerk van de loonwerker gedeeld. Door deze actieve betrokkenheid van de loonwerker zijn ook andere klanten/agrariërs bewust gemaakt van het onderwerp bodemverdichting én de betrokkenheid/inzet van de loonwerker rondom dit thema. Dat maakt dat het gesprek over dit onderwerp makkelijker gevoerd kan worden. Zowel tijdens het uitvoeren van de boerenexperimenten als bij de demobijeenkomsten gingen boeren en loonwerkers in gesprek over hoe de bodem te bewerken. Uit het project blijkt dan ook dat de werkvorm waarin zowel loonwerkers als boeren een actieve rol hebben succesvol is en meerwaarde biedt. De belangstelling vanuit de media was zeer groot. Tijdens de meeste demodagen was er iemand van de pers aanwezig en verschenen er na afloop artikelen/video’s over het onderwerp. Daarmee is een veel bredere doelgroep bereikt dan alleen de aanwezigen op de demodagen.
Niet alle uitgevoerde boerenexperimenten geven direct uitsluitsel over wat de beste maatregel is om te nemen. Dat is ook niet mogelijk met deze complexe materie, elk perceel heeft zijn eigen kenmerken waar rekening mee gehouden moet worden met het nemen van maatregelen. Bodemprocessen zijn langdurig en de resultaten van maatregelen zijn vaak pas op termijn zichtbaar. Daarom is het van belang dat hierover het gesprek plaatsvindt tussen agrariër en loonwerker. Met de demodagen, publiciteit en de checklists die binnen dit project ontwikkeld zijn, heeft dit project hiervoor concrete handvatten opgeleverd en is het gesprek tussen loonwerker en boer gestimuleerd. Binnen dit project hebben LTO Noord, Cumela en Van Hall Larenstein ondersteund door Aequator Groen en Ruimte samen aan de doelen en activiteiten gewerkt. Dit is een goede samenwerking geweest, partijen weten elkaar goed te vinden en vullen elkaar inhoudelijk goed aan. Dit biedt perspectief om in de toekomst vaker gezamenlijk op te trekken.
Website: https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/11/10/bietenoogst-op-nieuwe-banden
Projectleider
Dirk Johan Feenstra
LTO Noord
06-2832 6535
dfeenstra@ltonoord.nl
Partner(s)
Hogeschool Van Hall
Larenstein, CUMELA Nederland