Wetgeving voor waarborging van dierenwelzijn
In Nederland heeft de overheid regels ingesteld om het welzijn en de gezondheid van dieren te beschermen. Er zijn bijvoorbeeld eisen voor huisvesting, verzorging, fokken en het scheiden van dieren. Ook zijn er regels voor het welzijn van in het wild levende dieren.
Wet dieren
De Wet dieren geeft vooral regels voor gehouden dieren. Ook worden dieren beschermd die niet worden gehouden, in het bijzonder door het verbod op dierenmishandeling en door het voorstel de plicht om hulpbehoevende dieren zorg te verlenen. In de Wet dieren staat de intrinsieke waarde van het dier centraal: een dier heeft een eigen waarde los van de waarde en functie die het voor de mens heeft. Voor een minimale garantie van deze eigen waarde zijn in de Wet dieren de vijf vrijheden opgenomen. In de Wet dieren is ook de huisdierenlijst opgenomen: diersoorten worden aangewezen om gehouden te mogen worden (positieflijst). De Wet dieren stelt zelf een beperkt aantal regels. Allerlei zaken over en voor dieren worden geregeld in onderliggende onderdelen: besluiten en regelingen.
Nieuwe Besluit Houders van dieren
In het besluit Houders van dieren staan de algemene regels voor het houden en verzorgen van alle dieren én specifieke regels voor productiedieren (inclusief transport, verdoven en doden). Het bevat ook regels voor bedrijfsmatige opvang, verkoop en fokken van huisdieren. Voorbeelden van wat er is vastgelegd in dit besluit:
Het fokken van dieren met ernstige afwijkingen is verboden. Dit verbod geldt voor dieren die voor de hobby of bedrijfsmatig worden gehouden;
Als je huisdieren verkoopt, aflevert, opvangt, of voor de verkoop of aflevering fokt of op voorraad hebt, dan heb je een erkend bewijs van vakbekwaamheid nodig;
Je mag dieren niet te jong bij het ouderdier weghalen omdat dit hun gezondheid en welzijn kan schaden.
Andere besluiten
Ingrepen: De wet verbiedt ingrepen bij een dier die een lichaamsdeel verwijderen of beschadigen. Maar sommige ingrepen zijn wel toegestaan. Bijvoorbeeld oormerken bij runderen of varkens. In het Besluit diergeneeskundigen en het Besluit houders van dieren staat welke ingrepen wel of niet mogen;
Identificatie en registratie (I&R): Bij dierziektes met gevaar voor de volksgezondheid moet er snel worden gehandeld. Daarom is er regelgeving voor I&R van dieren (Besluit identificatie en registratie van dieren). Zo moet je runderen, varkens, schapen, geiten, paardachtigen, pluimvee, maar ook honden registreren. Ook als je deze dieren als hobby houdt. Ze krijgen bijvoorbeeld een (oor)merk of chip.
Andere belangrijke wetten
Dierproeven mogen alleen gedaan mogen worden als daarvoor goede en duidelijk omschreven redenen zijn en als er geen alternatief mogelijk is. Regels die met dierproeven te maken hebben staan in de Wet op de dierproeven (Wod). Deze wet beschermt het welzijn van dieren, geeft richtlijnen voor proeven en regelt wie dierproeven mogen uitvoeren. Universiteiten en onderzoekscentra van het bedrijfsleven doen de meeste dierproeven. Daar is altijd een vergunning voor nodig. In de Wet natuurbescherming zijn regels opgenomen voor het welzijn van in het wild levende dieren, zoals regels voor jacht en beheer, de toegestane jachtmiddelen en schadebestrijding.