/
Planteneters

Planteneters

Graseters

Grazende herkauwers zoals de runderen en schapen behoren tot de echte graseters. Deze herkauwers hebben een brede bek. Dat geeft aan dat ze niet selectief grazen. Grazende herkauwers brengen ingeslikt vezelig voedsel weer omhoog om te herkauwen. De herkauwreflex brengt het voedsel uit de pens (een van de drie voormagen) terug naar de mondholte.
Paardachtigen en haasachtigen eten ook veel gras, maar zij herkauwen het voedsel niet. Bij deze dieren vindt de fermentatieve vertering plaats in de achterdarm (blinde darm en eerste deel van de dikke darm). In de achterdarm worden voedingsstoffen zoals eiwitten en vitamines gevormd. Haasachtigen benutten die voedingsstoffen weer door een specifiek deel van de uitwerpselen op te eten. Dit heet coprofagie.

Bladeters

Bladeters of browsers zijn meestal herkauwers die takken en bladeren selecteren bij de voedselopname. Browsers, zoals de ree, geit en giraffe, selecteren de jongere en/of hoogwaardigere delen uit de vegetatie. Ze hebben veel meer voedselopnamemomenten op een dag dan de grazende herkauwers. Het voer dat zij eten is makkelijker verteerbaar dan gras. Hun verteringssysteem is aangepast aan dat voer. Bladetende herkauwers produceren veel speeksel. Hun speeksel bevat stoffen die gifstoffen uit planten onwerkzaam maken.

 

Zaadeters

Veel vogels zijn zaadeters. Zaadetende vogels hebben een korte stompe snavel en een goed ontwikkelde krop. De krop is een uitstulping van de slokdarm. Hier wordt het voer tijdelijk opgeslagen. Door de krop kunnen zaadetende vogels meer voer opnemen dan ze in één keer kunnen verwerken. Na de krop gaat het voedsel naar de kliermaag. De kliermaag functioneert op dezelfde manier als de maag bij andere dieren. Daarna gaat het voedsel naar de spiermaag. Deze is sterk ontwikkeld bij zaadeters. De spiermaag verkleint door middel van spierbewegingen het voedsel. Zaadetende vogels eten ook kleine steentjes die helpen de zaden af te breken.

Andere voorbeelden van zaadeters zijn knaagdieren, zoals eekhoorns.

 

Fruiteters

Voor veel dieren in het wild is fruit een hoofdbestanddeel van het dieet. Dieren worden geclassificeerd als fruiteters als ze het deel van de plant dat zaden bevat, opeten. Het fruit in de natuur is veel vezelrijker en suikerarmer dan het fruit dat je bij de groenteboer koopt. Vrijwel alle fruiteters vullen hun dieet aan met insecten en/of bladeren. Dat doen ze, omdat fruit meestal te weinig eiwitten bevat om in de behoeftes van het dier te voorzien. Veel vogelsoorten eten fruit. Ook reptielen eten fruit, maar meestal niet als hoofdvoedsel.

 

 

Related content