1.2 - Theorie
Een bedrijf overnemen is niet alleen een zaak tussen de overnemer en overdrager. Veel meer familieleden spelen een rol. Omdat het vertrouwen en het gunnen belangrijk zijn, is het betrekken van partners, broers, zussen, zwagers en schoonzussen in het proces van groot belang. In sommige gevallen heeft de generatie van opa, oma, tantes en ooms heel veel invloed. Niet-overnemende familieleden hebben daarnaast juridisch recht op een deel van het bedrijf. Omdat de overnemer vaak niet over voldoende financiële middelen beschikt, vragen overnemer en overdrager een gunst aan deze familieleden. Er zijn verschillende oplossingen om dat goed te regelen.
Vertrouwen in de ondernemerskwaliteiten van de overnemer is belangrijk. Geen enkel familielid wil het bedrijf failliet zien gaan. Alleen door in gesprek te zijn met elkaar, weet je wat de ander vindt, denkt en wil. Maak een bewuste keuze wie je bij de gesprekken wilt hebben. Denk na of het bespreekbaar maken van lastige zaken binnen de familie lukt. Een adviseur of externe kan het gesprek begeleiden en zorgen dat op tafel komt, wat besproken moet worden.
De planning van het gesprek is belangrijk. Er moet nog ruimte zijn om na te denken over de te nemen beslissingen. Echter ook niet te vroeg in het proces en absoluut niet wanneer overdrager en overnemer er zelf nog niet zeker van zijn wat zij willen. Dan zouden individuele gesprekken met een externe nuttig kunnen zijn. Vooruitschuiven of uitstellen van het te voeren gesprek heeft meestal weinig zin. Dezelfde noten moeten toch gekraakt worden. Regel wat er te regelen valt. Pas de afspraken aan als de situatie verandert. Blijf altijd in gesprek zowel informeel als formeel. Want praten is 1, vastleggen van afspraken is 2. Een familiestatuut kan hierbij goed helpen (zie ook verdieping).
Belangrijk
Respect hebben voor elkaar en voor wat een ander gezinslid bijdraagt aan het familiebedrijf en het gezinsleven is belangrijk. Het is goed om dit uit te spreken. Ook het tonen van belangstelling en het bieden van openheid komt het overnameproces ten goede.
De rol van niet-overnemende familie mag niet worden onderschat. Er moet ruimte zijn om vragen, gevoelens en verwachtingen te uiten. Vragen die gesteld kunnen worden, zijn:
Heb je vertrouwen in de overnemer(s)? Heeft de overnemer, volgens jou, voldoende ondernemersvaardigheden?
Gun je de overnemer(s) het bedrijf?
Heb je zelf overwogen om het bedrijf over te nemen? Waarom doe je dit niet? Weten de anderen dit ook?
Heb je er vertrouwen in dat de overdrager(s) het bedrijf kunnen loslaten?
Heb je er vertrouwen in dat jij gehoord bent? Heb jij al jouw vragen kunnen stellen en je emoties kunnen tonen?
Is de verdeling van het familiebezit volgens jou eerlijk verlopen?
Heb je voor de mogelijkheid gekozen om met een adviseur te praten? Vinden de anderen het normaal dat ook jij een adviseur hebt ingeschakeld?
Partners hebben een belangrijke (indirecte) rol bij het bedrijfsovernameproces. Hij/zij kan de opvolger(s) en overdrager(s) een spiegel voorhouden. Het gaat om de partner van de overdrager en de overnemer. Deze rol wordt nog wel eens onderschat. Heb je als partner nagedacht over de nieuwe situatie? Ook voor de partner zijn er vragen om over na te denken:
Is het financieel goed geregeld?
Zijn er afspraken gemaakt over de bedrijfswoning?
Zijn er afspraken gemaakt over jouw rol?
Wat verwachten de anderen van jou?
Hoe denkt de niet-overnemende familie over jouw rol? Verwachten ze iets van jou?
Waarden en belangen
Wees je bewust dat waarden en belangen een belangrijke rol spelen bij keuzes die in het familiebedrijf worden gemaakt. De waarden kunnen deels persoonsgebonden zijn, deels ook door de gehele familie worden gedeeld. De nieuwe generatie hecht vaak meer waarde aan de scheiding tussen werk en privé. Persoonlijke waarden als ‘plezier’, ‘doelbewust’ en ‘toekomstvisie’ zijn belangrijk. Overdragers en niet-opvolgende familie vinden het vaak belangrijk dat de opvolger betrouwbaar is.
Opdracht
Welke waarden passen bij jou? Kies er minimaal drie, meer mag. (Tip: Google op waarden, dan vind je een hele lijst!)
Stel dat jij een bedrijf zou overnemen. Hoe kun je deze waarden dan terugzien in de bedrijfsvoering of – strategie? Maak het zo concreet mogelijk.
Bespreek dit met je klasgenoten. Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen jullie?