/
1.1 Wat is duurzaamheid?

1.1 Wat is duurzaamheid?

 

De meest gehoorde kritiek op de vleesveesector is de steeds grotere broeikasgas-uitstoot, het te groot gebruik van schaarse watervoorraden, de vermindering van biodiversiteit door bijvoorbeeld aantasting van regenwouden ten gunste van de sojateelt en de slechte welzijnsomstandigheden van onze productiedieren. Hiermee wordt in feite aangegeven dat ons huidige voedselsysteem niet langdurig in stand te houden is. Maar hier zitten veel verschillende visies en belangen achter. Hoe kunnen wij objectief naar duurzaamheid kijken? 

Figuur 1.1 - Duurzaamheid als onderdeel van het goede geven. Bron: De Vries, J.W. (2016). Duurzaamheid: Ambacht voor het goede leven. Deel 1: Duurzaamheid en het goede leven. Velp: Hogeschool Van Hall Larenstein.

Duurzaamheid objectief bekijken 

Ondanks dat we er al zo lang over praten, is het nodig om de vraag ‘wat is duurzaamheid’ te blijven stellen. Dit omdat er altijd veel conflict ontstaat over wat onder duurzaamheid verstaan wordt en waarom het belangrijk is. Simpelweg omdat de wetenschap niet alle vragen eenduidig kan beantwoorden. Als gevolg daarvan zie je dat er overtuigingen zijn die de waarde van wetenschappelijke kennis over verduurzaming in twijfel trekken. Hieronder worden daar vier voorbeelden van besproken waarin dat tot uiting komt. 

Klimaatontkenners hebben de overtuiging dat de beperkingen die ons opgelegd worden om het milieu te verbeteren slecht zijn voor ons welzijn en onze vrijheid inperkt. Ze zijn het niet eens met wetenschappers die stellen dat menselijk handelen de oorzaak is van de opwarming van de aarde. Er wordt daarnaast vaak een ander politiek doel verondersteld bij de overheid dan verbetering van het milieu. Het duurzaamheidsthema wordt dan verondersteld een middel te zijn om voor dat andere doel macht op ons uit te oefenen. 

Greenwashing is een term die gebruikt wordt om aan te geven dat bedrijven of organisaties zich duurzamer of 'groener' voordoen dan ze daadwerkelijk zijn. Dat kan heel subtiel, wanneer bijvoorbeeld een fastfood keten de kleur van het logo verandert van rood naar groen lijkt het product ineens gezonder. Maar het kan ook Greenwashing genoemd worden als een bedrijf producten op biologische basis aanprijst, maar een erg slechte reputatie op dierenwelzijn blijkt te hebben. Op sociale media en internet kunnen deze bedrijven dan weer ‘gecanceld’ worden. 

Activisme is veelal gericht op beleidsmakers, maar ook op veehouders en consumenten. Activisten proberen anderen te overtuigen van hun gelijk of oefenen druk uit, zoals bij filmopnamen op veehouderijbedrijven of in slachthuizen soms gebeurt. Vaak vindt er overdrijving plaats zodat het standpunt meer aandacht krijgt. In feite doet elke politieke partij of beweging aan activisme. Of eigenlijk doet iedereen wel eens aan actieve beïnvloeding, en dus aan activisme.  

Onmacht voelen komt veel voor omdat we het allemaal niet kunnen bevatten. Als het over duurzaamheid gaat zijn de feiten erg complex, vaak tegenstrijdig, het is vaak onduidelijk of we informatie wel kunnen vertrouwen en we voelen veel druk op ons uitgeoefend om een bepaald standpunt in te nemen zonder dat we er een duidelijk inhoudelijk beeld bij hebben. Ook gevoelsmatig krijgen we allerlei tegenstrijdige signalen op ons af. Het gevolg kan zijn dat we ons voor nadere informatie en oplossingen afsluiten. 

De opstellers van dit handboek gaan er van uit dat kennis er toe doet en zijn met een open onderzoekende houding op zoek gegaan naar informatie die houvast kan geven om bij te dragen aan duurzame ontwikkeling. 

Figuur 1.2 - Ui model van verschillende lagen onder het gedrag van mensen. Bron: De Vries, J.W. (2016). Duurzaamheid: Ambacht voor het goede leven. Deel 1: Duurzaamheid en het goede leven. Velp: Hogeschool Van Hall Larenstein.

Invloedrijke visiedocumenten 

Onderzoekers hebben diverse rapporten geschreven die vervolgens gebruikt zijn voor het opstellen van visie-documenten. In die visie-documenten worden problemen omtrent duurzame ontwikkeling beschreven en worden globale oplossingsrichtingen aangedragen. De vier visie-documenten die hieronder genoemd worden zijn in de loop van de tijd belangrijk geweest omdat de opstellers invloed hebben uitgeoefend op beleidsmakers binnen regeringen en organisaties. 

  • ‘Limits to Growth’, Club van Rome, 1972 

  • ‘Our Common Future’, United Nations, Brundtland, 1987 

  • ‘Sustainable Development Goals’ – SDGs, United Nations, 2015 

  • ‘Visie Kringlooplandbouw’, Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, 2018 

Aan de laatste drie visie-documenten besteden we hieronder wat meer aandacht. 

Brundtland definitie van duurzaamheid 

Duurzaamheid is het voorzien in de behoefte van de huidige generatie zonder de behoeftes van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. Hierbij dragen alle ontwikkelingen op economisch, ecologisch, politiek en sociaal gebied bij aan een functionerend ecosysteem. De VN-commissie Brundtland uit 1987 heeft als eerste duurzaamheid op deze wijze gedefinieerd. Deze definitie onderschrijft het belang van balans tussen ecologie, economie en sociale belangen voor een duurzame ontwikkeling (UN-commission Brundtland, 1987). 

Sustainable Development Goals 

Eind 2015 werd door de leden van de Verenigde Naties de toekomstagenda voor duurzame ontwikkeling 2015-2030 vastgesteld. Deze agenda bestaat uit 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s), verder uitgewerkt in 169 subdoelen. De SDG’s worden wereldwijd gezien als de belangrijkste beleidsthema’s voor de periode t/m 2030. In deze publicatie van het CBS zie je de tweede meting van hoe Nederland scoort op deze duurzaamheidsdoelen.  

    Figuur 1.3 - Sustainable Development Goals (SDG’s; duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (2015)).

Kringlooplandbouw 

In 2018 heeft minister Schouten een nota uitgebracht voor het verduurzamen van het voedselsysteem onder de titel ‘Visie Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden’. Kringlooplandbouw staat hierin centraal. De nota is geschreven voor het ontwikkelen van doelen, normen, handeling en resultaten gericht op: 

  • optimale benutting van hernieuwbare natuurlijke grondstoffen (mineralen, water, biomassa) 

  • verwaarding van reststromen (gewasresten, dierlijke mest) 

  • inperking van niet-natuurlijke grondstoffen (waaronder kunstmest) en hulpstoffen (gewasbeschermingsmiddelen)  

  • reducties van milieubelastende emissies 

De nota bevat oplossingsrichtingen, maar bevat geen oplossingen. Oplossingen moeten door ‘actoren’ uitgevoerd worden. De actoren kunnen we in de voedselsector grofweg indelen in:  

* Primaire producenten,  

* Toeleverende, afnemende en verwerkende industrie en handel,  

* Dienstverlenende sectoren, inclusief overheden en  

* Consumenten.  

Elke actor kan bijdragen aan het verduurzamen van het voedselsysteem. 

Economische, Ecologische en Sociale Duurzaamheid 

In de loop der jaren is ‘People Planet Profit’ (ook wel: de drie P's) een gangbare term uit de duurzame ontwikkeling geworden. Het staat voor de drie elementen people (mensen, sociale duurzaamheid), planet (planeet/milieu, ecologische duurzaamheid) en profit (opbrengst/winst, markt, economische duurzaamheid), die op harmonieuze wijze gecombineerd zouden moeten worden. Wanneer de combinatie niet harmonieus is, zullen de andere elementen hieronder lijden, zo is de gedachte. Wanneer bijvoorbeeld winst te veel prioriteit krijgt, zullen mens en milieu hiervan de dupe worden, bijvoorbeeld door slechte arbeidsomstandigheid of vernietiging van de natuur. Andersom ziet dit denkbeeld ook het winstkenmerk als essentieel onderdeel van ontwikkeling dat niet verwaarloosd dient te worden. De drie P's worden door veel ondernemingen geadopteerd als richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hieronder zal de betekenis van deze begrippen voor het duurzaam voedselsysteem besproken worden. 

  • Economische duurzaamheid gaat over het voortdurende vermogen van een economisch systeem om in alle menselijke behoeften te voorzien. Met andere woorden, het gaat over de huidige en toekomstige waarde van natuurlijke hulpbronnen, zoals drinkwater, evenals producten, investeringen, consumptie, markten en de wereldeconomie. Economische duurzaamheid gaat onder andere over de (te) lage prijs die een boer krijgt door een ongelijke onderhandelingspositie, over duurzame en circulaire verdienmodellen, over belastingontduiking door de internationale handel, etc.  

  • Ecologische duurzaamheid richt zich op het verantwoordelijk gebruik, behoud en beheer van natuurlijke grondstoffen en diensten ten behoeve van toekomstige generaties (Morelli, 2011). Gebaseerd op een langetermijnperspectief, is het van belang om de productiviteit van de wateren, de bodem en het ecosysteem te behouden en de menselijke impact op de natuurlijke omgeving en de gezondheid van mensen te verminderen tot een niveau dat de natuurlijke omgeving en de mensheid op lange termijn aankan. Onder ecologische duurzaamheid vallen thema’s zoals: de vervuiler betaalt, vervuiling aanpakken bij de bron (w.o. vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, water- en bodemvervuiling), toegang tot natuurlijke hulpbronnen, en thema’s zoals dierenwelzijn, kwaliteit van natuur en landschap, behoud biodiversiteit, en gentech.  

  • Sociale duurzaamheid is gericht op de behoeften en rechten van de mens en samenleving. Hierbij is het van belang dat de oplossingen de kwaliteit van leven van de mens bevorderen. Dit speelt vooral op het gebied van eerlijke handel, mensenrechten, kinderarbeid en eerlijke winstverdeling (Brundtland, 1987; CBS, 2020; Rasmussen, Bierbaum, Oldekop, & Agrawal, 2016; Vonk, 2015; UNDP, 2015). Taghavi et al (2014) maken een onderscheid in de subcategorieën: fatsoenlijke werkpraktijken, mensenrechten, samenleving, en productverantwoordelijkheid (Taghavi et al., 2014). 

De verschillende aspecten van duurzaamheid kunnen bijvoorbeeld worden weergegeven zoals in Figuur 1.4. 

Figuur 1.4 - Verschillende aspecten van duurzaamheid (bron: project Duurzaam Vlees, Natuurlijk!)



Betere economische duurzaamheid door verbetering ecologische en sociale duurzaamheid

Vleesproducerende agrarische bedrijven kunnen net als andere bedrijven hun verdienmodel verbeteren als zij op de juiste wijze hun inspanningen inzetten om hogere opbrengsten te behalen dan wel om kosten te besparen. Hieronder worden een aantal denkrichtingen genoemd, waarbij verbeteringen in de ecologische en/of sociale duurzaamheid tot een betere economische duurzaamheid leiden.

  • Verhoging efficiëntie kan leiden tot vermindering van het gebruik van grond- en hulpstoffen en daardoor tot kostenbesparing en productiviteitsverhoging. Typische gebieden waar kostenbesparingen worden vastgesteld, zijn onder meer het gebruik van grondstoffen en leveringen, vermindering van afval-, water- en energiegebruik en transport. Daarnaast kan een bedrijf besparen op diverse milieubelastingen van de overheid door bijvoorbeeld beperking afval of energiegebruik. Ook bestaat er sinds 2021 een CO2 heffing voor industrie. Op termijn kan deze heffing grote invloed hebben de prijs van grondstoffen voor de veehouderij.

  • Verbeterde verkoop door een verbeterde reputatie bij hun klanten (en potentiële klanten). Dat kan door op een duidelijke en transparante manier te rapporteren over relevante duurzaamheidskwesties. Klanten informeren over de inspanningen om de duurzaamheidsprestaties in een bedrijf te verbeteren kan leiden tot meer vertrouwen in producten en diensten.

  • Voorkeursleverancier status verwerven door milieu-informatie te rapporteren. Hierdoor is het mogelijk om de positie van het bedrijf te verbeteren ten opzichte van concurrenten. Grote organisaties eisen in toenemende mate van leveranciers en contractanten dat zij milieuprestatie-informatie indienen om aan de verwachtingen van hun eigen aandeelhouders te voldoen.

  • Grotere aantrekkelijkheid voor investeerders en banken. Investeerders en banken stellen steeds vaker eisen aan de duurzaamheid van de bedrijfsvoering van de bedrijven waarin zij investeren. Dat is omdat hun klanten daar om vragen.

  • Product- en diensteninnovatie kan sneller gaan door het meten en beheren van duurzaamheidseffecten. Nieuwe markten en klanten kunnen zo veiliggesteld worden en bestaande relaties worden beschermd.

  • Licence to operate kan vergroot worden omdat het meten en verbeteren van duurzaamheid de risico’s op boetes kan doen verminderen. Het kan de relatie met regelgevers verbeteren en ervoor zorgen dat het bedrijf zijn licentie behoudt om te opereren door het bieden van garanties over de naleving van milieuwetgeving en conformiteit met andere relevante wet- en regelgeving.

Complexiteit van doelen en normen voor duurzaamheid

Een veehouderijbedrijf heeft specifieke doelen op de lange en korte termijn, net als ieder ander bedrijf in Nederland. Om te verduurzamen is het belangrijk dat doelen die op verduurzaming gericht zijn S.M.A.R.T. geformuleerd zijn. Daarna moet je meten in hoeverre je die doelstellingen behaald hebt. Dat is belangrijk omdat je aan je afnemers en de samenleving moet kunnen aantonen in hoeverre je voldoet aan normen die bijvoorbeeld keurmerken hanteren. Tot zo ver de theorie, nu de praktijk.

Op het veehouderijbedrijf kun je vier deelgebieden onderscheiden: veestapel, mest, bodem en gewas, die weer als een kringloop in elkaar over gaan (zie Figuur 1.5). Als we nu het doel van duurzame ontwikkeling in de veehouderij richten op ‘zero waste’, dus geen afval en geen verliezen en geen schadelijke emissies naar het milieu, dan zullen we bedrijfsaanpassingen (acties) op de vier deelgebieden moeten uitvoeren zodat het geheel van de vier deelgebieden tezamen een maximale reductie van verliezen tot gevolg heeft. Een probleem is dat het eindresultaat ‘minimaal verlies’ niet alleen afhankelijk is van de acties van de ondernemer, maar dat ook externe factoren zoals het weer, ziektes en plagen een grote invloed hebben. Daarnaast is de uitgangssituatie voor iedere ondernemer verschillend, denk bijvoorbeeld aan verschillende grondsoorten met verschillende stikstofleverend vermogen. Stel, je hebt twee ondernemers die op precies dezelfde manier hun bedrijf runnen maar in een andere regio met verschillende grondsoorten. Dan kan het makkelijk zo zijn dat de ene ondernemer zonder extra inspanning minimale verliezen kan bereiken, terwijl de andere hoge kosten moet maken om de juiste extra maatregelen uit te voeren, en dan nog zou men kunnen constateren dat het eindresultaat veel slechter is. Desalniettemin is het belangrijk wel normen te stellen voor duurzame ontwikkeling. We kunnen daarbij dus wel spreken over resultaat normen, bijvoorbeeld: kg stikstofoverschot per hectare landbouwgrond, en over handelingsnormen, bijvoorbeeld ‘niet bemesten met organische mest voor 15 februari’.

Figuur 1.5. Veestapel, mest, bodem en gewas zitten in een kringloop op het bedrijf. Bron: Holster e.a., 2014.

Verder lezen over wat duurzaamheid betekent?

 

Discussievragen

  • Geef drie voorbeelden waaruit blijkt dat je bij je keuzes er rekening mee houdt of je eten duurzaam geproduceerd is.

  • Bespreek drie verschillende visies van politieke partijen mbt vleesproductie en vleesconsumptie.

  • Zou je meer willen betalen voor vlees wat aangeboden wordt met een duurzaamheidskeurmerk?

  • Welke nieuwe kennis heeft een grotere bijdrage aan verduurzaming in de landbouw: Kennis van technologie of van ecologie?



 

Related content