8.2 Impact en handelingsperspectief
Handelingsperspectief
De KPI Effectieve organische stof aanvoer wordt berekend door de verschillende bronnen van organische stof die via de bedrijfsvoering de bodem in komen, bij elkaar op te tellen. Grofweg gaat het om 4 bronnen:
Verhogen van de inzet van dierlijke mest, compost en andere organische bodemverbeteraars.
Organische vormen van bemesting voegen naast nutriënten ook effectieve organische stof toe aan de bodem. De hoeveelheid effectieve organische stof per eenheid product verschilt wel. Zo bevat bijvoorbeeld een kuub drijfmest minder effectieve organische stof dan een kuub groencompost. Het handboek bodem en bemesting biedt een overzicht van de hoeveelheid effectieve organische stof per product.
Achterlaten van stro
Het achterlaten van stro zorgt voor een verhoogde aanvoer van effectieve organische stof.
Verhogen van inzet groenbemesters
Door extra groenbemesters op te nemen in het bouwplan wordt extra organische stof aangevoerd uit de gewasresten van de groenbemesters. De organische stofaanvoer met groenbemesters is ook te verhogen door eerder te zaaien of langer te laten staan maar dit is (nog) geen onderdeel van de KPI-berekening.
Aandeel rustgewassen in het bouwplan verhogen danwel verhogen van het aandeel blijvend grasland.
Rustgewassen laten over het algemeen een hogere hoeveelheid gewasresten en dus effectieve organische stof achter.
Positieve neveneffecten
Een betere prestatie van de KPI organische stofaanvoer kan positief bijdragen aan verschillende doelen. Enerzijds aan de klimaatdoelstellingen voor het vastleggen van koolstof in landbouwbodems, maar ook het verbeteren van de bodemgezondheid door het voeden van bodemleven (doel; verbeteren bodembiodiversiteit), en het kan bijdragen aan het verbeteren van fysische bodemstructuur (verbeteren bodemstructuurbeheer).
Indien de KPI wordt ingevuld met de inzet van organische reststromen draagt het ook positief bij aan het doel hergebruik reststromen.
Bodemorganische stof draagt ook bij aan de waterdoelen verbeteren waterbalans en benutting, omdat bodemorganische stof het watervasthoudend vermogen van de bodem kan verbeteren en de bodem beter bestand kan maken tegen weersextremen.
Mogelijke afwentelingen
Organische stof bevat naast koolstof ook andere nutriënten, waaronder stikstof en fosfaat. Elke aanvoer van meststoffen/nutriënten kan een potentieel risico op uitspoeling met zich meebrengen, en dus een negatieve afwenteling op het duurzaamheidsdoel van schoon water.
Positieve sociaal-economische effecten
De aanvoer van organische stof heeft over het algemeen een positieve impact op de bodemgezondheid. Bijvoorbeeld door het verbeteren van het water vasthoudend vermogen van de bodem, het N- leverend vermogen, ziektewerendheid door een diverser en actiever bodemleven, etc. Op termijn kan dit ook zorgen voor verminderde afhankelijkheid van (kunst)mest en gewasbeschermingsmiddelen, en de bodem kan weerbaarder worden bij extreme weersomstandigheden. Het is echter moeilijk om deze positieve effecten op korte termijn inzichtelijk te maken.
Het verhogen van de organische stofgehaltes in de bodem (waar deze KPI op stuurt, maar niet kwantificeert) kan mogelijk in de toekomst ook bijdragen aan het verdienmodel van de boer via carbon credits.
Negatieve sociaal-economische effecten
Hoewel de effecten van organische stofaanvoer bijna altijd positief zijn voor de bodemgezondheid, is het niet altijd mogelijk binnen de bedrijfsvoering. De aanvoer van organische stof naar de bodem kost tijd en geld. De aanvoer van compost is kostbaar, en ook de teelt van groenbemesters is een investering. Het achterlaten van stro resten is een gemiste inkomstenbron, en het aanpassen van het bouwplan om meer rustgewassen te telen heeft een groot effect op het rendement van het bouwplan. De positieve effecten op de bodemgezondheid worden pas zichtbaar op de lange termijn en worden niet direct terugbetaald in verhoogd rendement.