/
9.2 Impact en handelingsperspectief

9.2 Impact en handelingsperspectief

Handelingsperspectief

Sector

Handelingsperspectief

Sector

Handelingsperspectief

akkerbouw.png

Voor de akkerbouw wordt de KPI score bepaald door het aandeel rustgewassen in het bouwplan (inclusief groenbemesters) en de duur van bodembedekking met deze gewassen.

Om de KPI score te verbeteren kan dus gekozen worden voor extra rustgewassen in het bouwplan (inclusief extra groenbemesters). Daarnaast kan de duur van de bodembedekking verhoogd worden. Bijvoorbeeld door een rustgewas te kiezen met een langere teeltduur. Of om groenbemesters te laten overwinteren ipv vóór de winter in te werken. Zo blijft de bodem langer bedekt.

melkveehouderij_grijs.png

In de melkveehouderij wordt de KPI score bepaald door het aandeel blijvend grasland. Door het aandeel blijvend grasland te verhogen kan de KPI score verhoogd worden.

Positieve neveneffecten

De KPI “% van het jaar bodembedekking met rustgewassen” (akkerbouw) en %blijvend grasland (veehouderij), kan positief bijdragen aan verschillende doelen. Naast het hoofddoel verbeteren bodemstructuur beheer, draagt deze KPI bij aan andere doelen uit de doelenboom:

Vanwege het dieper en intensiever wortelend karakter van veel rustgewassen en (blijvend) grasland, en in de akkerbouw vaak lagere input van meststoffen, draagt deze KPI bij aan het doel van verminderen van inputs en verliezen, en verbeteren van waterkwaliteit. Diepere en intensievere beworteling kan beter nutrienten opnemen, die naar de diepere bodemlagen spoelen.

De beoogde verbetering in de bodemstructuur (door de verbeterde beworteling en langere bodembedekking) draagt bij aan de adaptatie aan weersextremen en het omgaan met klimaatverandering en dus het doel verbeteren waterbalans en benutting. Rustgewassen, blijvend grasland en groenbemesters zijn positief voor de organische stofaanvoer, en deze KPI kan dus ook positief bijdragen aan het doel koolstofvastlegging. Doordat de bodem meer met rust gelaten wordt, en door de bodembedekking bescherming bied voor het bodemleven, draagt deze KPI ook bij aan het doel verbeteren bodembiodiversiteit.

Mogelijke afwentelingen

Er zijn geen negatieve afwentelingen op duurzaamheidsdoelen voorzien bij deze KPI.

Het zo lang mogelijk bedekt houden van de bodem met een groenbemester zou een er voor kunnen zorgen dat er in het voorjaar extra herbiciden gebruikt zal worden om de groenbemester dood te maken. Ook kan het leiden tot grotere problemen met bijvoorbeeld slakken, waar ook pesticiden tegen ingezet kunnen worden. Er kan dus een afwenteling plaatsvinden op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij het inzetten van extra of langere groenbemesters.

Positieve sociaal-economische effecten  

De teelt van rustgewassen en groenbemesters (akkerbouw) en blijvend grasland (veehouderij) hebben over het algemeen een positieve impact op de bodemgezondheid. De intensievere beworteling van veel rustgewassen en blijvend grasland, en groenbemesters zijn gunstig voor de bodemstructuur, en ook bij de oogst van de rustgewassen wordt de bodem meer met rust gelaten dan bij bijvoorbeeld rooigewassen.

Op termijn kan verbeterde bodemgezondheid ook zorgen voor verminderde afhankelijkheid van (kunst)mest en gewasbeschermingsmiddelen, en de bodem kan weerbaarder worden bij extreme weersomstandigheden. Het is echter moeilijk om deze positieve effecten op korte termijn inzichtelijk te maken.   

Negatieve sociaal-economische effecten

Hoewel de effecten van bodembedekking met rustgewassen in de regel positief zijn voor de bodemgezondheid, is het niet altijd mogelijk binnen de bedrijfsvoering.

Rustgewassen zijn vaak lager renderende gewassen, dus een verhoging van het aandeel rustgewassen gaat ten koste van het aandeel hoger renderende gewassen en dit zal een impact hebben op de inkomsten van de boer. De teelt van groenbemesters kost ook geld. Daarnaast kunnen groenbemesters risico’s met zich meebrengen, vooral wanneer deze extra lang op het land blijven en pas in het voorjaar worden ingewerkt. De weersomstandigheden moeten goed genoeg zijn om in het vroege voorjaar de groenbemester in te werken en een zaaibed aan te leggen, anders kan er alsnog veel schade aan de bodem gedaan worden.

Blijvend grasland kan op termijn minder productief worden, dit kost dus opbrengst en inkomen. Ook kunnen ongewenste onkruiden opkomen in het grasland die bestreden moeten worden met gewasbeschermingsmiddelen.

Related content

11.2 Impact en handelingsperspectief
11.2 Impact en handelingsperspectief
More like this
10.2 Impact en handelingsperspectief
10.2 Impact en handelingsperspectief
More like this
9.4 Vereenvoudigde rekenregels
9.4 Vereenvoudigde rekenregels
More like this
8.2 Impact en handelingsperspectief
8.2 Impact en handelingsperspectief
More like this
Stap voor stap door de Kaskieswijzer
Stap voor stap door de Kaskieswijzer
More like this