9.3 Referentiewaarden
Gewenste richting
Voor deze KPI kan uitgegaan worden van het principe “hoe hoger hoe beter.”
Benchmarks
Voor deze KPI wordt per definitie een onderscheid gemaakt per sector (akkerbouw en veehouderij), omdat de berekening anders is per sector, en de scores tussen de sectoren zijn daardoor niet vergelijkbaar.
Technische haalbaare waarden
In theorie is de best mogelijke prestatie 100% van het jaar bodembedekking met rustgewassen, en 100% blijvend grasland.
Drempel en streefwaarden doelbereik
Deze KPI is primair gerelateerd aan het beleidsdoel “Alle landbouwbodems duurzaam beheert in 2030”, en de GLB doelstelling voor het behoud van blijvend grasland.
Dit beleidsdoel is vrij vaag en er zijn geen duidelijke definities van “duurzaam beheerde bodems” gedefinieerd vanuit het ministerie van LVVN. Zodoende is het ook niet mogelijk een vertaalslag te maken tussen de KPI prestatie en het beleidsdoel.
Het onderliggende doel van het duurzaam beheren van bodems, is om landbouwbodems gezond, weerbaar en productief te houden, zodat ze verschillende ecosysteemfuncties kunnen vervullen. Deze KPI is te beperkt om te sturen op de brede bodemgezondheid, maar stuurt vooral op de fysische aspecten van bodemgezondheid.