/
1.4 Vereenvoudigde rekenregels

1.4 Vereenvoudigde rekenregels

Akkerbouw

Optie 1
Berekening op basis van de grondsoort en de oppervlakte per gewascategorie. Het bodemoverschot is dan uitsluitend gedifferentieerd naar grondsoort en gewas.

Optie 2
Berekening aan de hand van eenvoudig beschikbare aanvullende bedrijfskenmerken die gerelateerd zijn aan het bodemoverschot. Voorbeelden zijn gebruik van vlinderbloemigen als maat voor stikstofaanvoer via biologische binding en emissiefactoren die afhankelijk zijn van type mestaanwending en beheer van gewasresten.

Optie 3
Bedrijfsbalans: In deze variant wordt de aanvoer, afvoer en voorraadveranderingen op het bedrijf geregistreerd waarmee een eenvoudige bedrijfsbalans wordt berekend. Het bodemoverschot wordt vervolgens berekend door de forfaitair berekende ammoniakemissies (zie betreffende KPI) van het bedrijfsoverschot af te trekken.

In opdracht van het ministerie van LVVN worden deze vereenvoudigingsopties in 2025 verder uitgewerkt.

Melkveehouderij

Optie 1
Berekening op basis van de grootte en samenstelling van de veestapel, de grondsoort, en de oppervlakte per gewascategorie. Het bodemoverschot is dan uitsluitend gedifferentieerd naar veebezetting en gewas. Er wordt geen rekening gehouden met de specifieke bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf. Uitgangspunt is dat gebruiksnormen worden opgevuld.

Optie 2
Berekening op basis van eenvoudig beschikbare aanvullende bedrijfskenmerken die gerelateerd zijn aan het bodemoverschot. Voorbeelden zijn stalsysteem-afhankelijke netto stikstofexcretie, melkureum-ureum en melkproductie afhankelijke stikstofexcretie, gebruik van vlinderbloemigen als maat voor stikstofaanvoer via biologische binding, het toepassen van weidegang als maat voor stikstofaanvoer en stikstofopname van het gewas en geregistreerde hoeveelheden mestaan- en afvoer.

Optie 3
Berekening van aanvoer, afvoer en voorraadveranderingen van voer, mest en dieren op het bedrijf geregistreerd waarmee een eenvoudige bedrijfsbalans ontstaat. Het bodemoverschot wordt vervolgens berekend de forfaitair berekende ammoniakemissies (zie betreffende KPI) van het bedrijfsoverschot af te trekken.

De grenzen tussen de drie vereenvoudigingsopties staan nog niet vast.

Voordelen/bruikbaarheid

Vereenvoudigde methoden zijn minder complex, hebben relatief lage administratieve kosten en zijn relatief makkelijk te borgen.

Nadelen/beperkingen

Vereenvoudigde methoden houden minder rekening met de variatie in bedrijfsvoering waardoor het geen recht doet aan de werkelijke prestatie van een bedrijf.

 

 

 

Related content