3. Melkinstallatie
3.1 Inleiding
Omstreeks 1850 is er voor het eerst een poging gedaan om het arbeidsintensieve handmelken te vervangen door andere methoden van melken. Allerlei methoden werden uitgeprobeerd. Slechts de pogingen om met zuigkracht te melken leverde bruikbare apparatuur op. Vooral het gebruik van een drukwisselaar, ook wel pulsator genoemd, gaf een grote stimulans aan verdere ontwikkeling van de machine.
Figuur 1. Oude melkmachine
Daarna is aan de constructie veel verbeterd. Het genoemde principe is sindsdien niet meer gewijzigd. Vanaf 1950 heeft het machinaal melken een grote vlucht genomen als gevolg van gebrek aan arbeidskrachten in de veehouderij en het streven naar kostprijsverlaging van de melk.
De melkmachine is veruit de meest gebruikte machine op een veehouderijbedrijf. Met de bijbehorende werkzaamheden vraagt het melken zo’n 30 tot 40 procent van de totale arbeidsbehoefte. De afgelopen tijd is er veel veranderd bij de melkwinning. Zo is het aantal melkkoeien per bedrijf toegenomen. De machinemelktijden werden langer door de toegenomen melkgift. De capaciteit van de melkstal wordt dan ook steeds belangrijker. Moderne melkstallen hebben steeds meer standen en zijn in vergaande mate geautomatiseerd. Ook het automatisch melksysteem (AMS) is inmiddels een geaccepteerde techniek. Het aantal bedrijven met zo’n melksysteem neemt snel toe (2015 ca. 3600 bedrijven).
Kwalitatief goed melken wil zeggen:
Snel en volledig melken, waarbij de melkproductie op peil blijft.
Behoud van een goede uiergezondheid, spenen en slotgaten door een hygiënische werkwijze, een goede melktechniek en een juist afgesteld(e) melkmachine of automatisch melksysteem.
Melk winnen met een goede kwaliteit . De melkkwaliteit moet voldoen aan hoge eisen. Dit vraagt een hygiënische werkwijze en een goede reiniging van de melkmachine of het automatisch melksysteem.
Geen nadelige invloed op het welzijn van de koeien.
De werkomstandigheden voor de melker moeten goed zijn.
Een goed samenspel tussen melker, koe en melkmachine is noodzakelijk. De melker speelt hierin de belangrijkste rol. De koe zal op de juiste wijze moeten gestimuleerd moeten worden. De melker moet rekening houden met de fysiologische eigenschappen van het dier, de melkvorming, de melkafgifte, de uierbouw en de melkbaarheid. De melkwinningsapparatuur moet voldoen aan technische eisen. De melker moet de machine op de juiste wijze bedienen. Hygiëne, onderhoud, afstelling en gebruik van de melkmachine zijn belangrijk.
Melkwinningsapparatuur
Een juiste aanleg en constructie van de melkmachine, gecombineerd met goed en regelmatig onderhoud is vereist. Op deze manier kan gewerkt worden aan een goede uiergezondheid, hoge melkproductie en een uitstekende melkkwaliteit.
Vanaf midden jaren ’70 worden melkinstallaties in ons land preventief doorgemeten. De normen die aan melkwinningsapparatuur worden gesteld, worden regelmatig herzien. Dit vanwege nieuwe ontwikkelingen, onderzoeksresultaten, nieuwe inzichten en de steeds verder gaande automatisering. Daarnaast komen er steeds meer automatische melksystemen.
Waar je komt, zie je overal weer een andere melkmachine. Tenminste, zo lijkt het vaak. De situaties op de bedrijven zijn namelijk nooit gelijk, waardoor er op elk bedrijf altijd weer een melkmachine op maat gemaakt moet worden. Maar bijna al die verschillende melkmachines zijn terug te brengen naar enkele typen. Bij die typen wordt de melk op dezelfde wijze uit de koe gewonnen. Het verschil tussen de typen zit hem in de manier waarop de melk en de lucht van koe naar luchtafscheider getransporteerd worden.
3.2 Typen melkmachines
Er zijn verschillende typen melkinstallaties.
melkmachine van het melkleidingtype
melkmachine met melkmeetglazen en een melktransportleiding
emmerinstallatie (minimelker); op grupstallen en als hulpmiddel naast de melkrobot
3 types melkmachines: met hoogliggende melkleidingtype, met laagliggende melkleiding en met melkmeetglazen.
Bij alle typen wordt de melk via een melk- of melktransportleiding naar een centrale plaats gevoerd: het melkopvanggedeelte. Dit melkopvanggedeelte bestaat uit:
een melkluchtafscheider met overloopbeveiliger,
een melkpomp
een persleiding waarin een filter.
Vaak is er een voorkoeler opgenomen in de persleiding. Vanuit het melkopvanggedeelte wordt de melk in de melkkoeltank gepompt. Vervolgens wordt de melk gekoeld.
3.3 De onderdelen van een melkmachine
Om overzicht in de melkmachine te krijgen kun je de onderdelen van een melkmachine in vier groepen verdelen.
1 | vacuümvoerend deel | alleen lucht |
2 | melkvoerend deel | melk en lucht |
3 | vacuum spoelleiding | alleen lucht (tijdens melken) |
4 | spoelleiding | water en lucht (tijdens reiniging) |