Mestvergisting / Anaerobe vergisting
In het kort |
---|
Anaerobe vergisting is een biologisch proces waarbij micro-organismen organisch materiaal in afwezigheid van zuurstof omzetten in biogas wat bestaat uit methaan (CH4) en koolstofdioxide (CO2). Het restproduct wordt digestaat genoemd. Bij monovergisting van mest wordt 100% mest gebruikt en zijn andere grondstoffen (co-substraten) niet toegestaan. Bij co-vergisting van mest wordt minimaal 50% mest en maximaal 50% co-substraat gebruikt. Het digestaat krijgt hierdoor de status dierlijke mest. Mestvergisting, anaerobe vergisting, mono-vergister, co-vergister, biogas |
Doel techniek |
---|
Door middel van anaerobe vergisting kan meerwaarde worden gecreëerd voor mest. Organisch materiaal uit mest wordt in de vergister omgezet naar biogas en een restproduct digestaat. Biogas uit mest bestaat voor 55-60% uit methaan (CH4) en 40-45% uit CO2. Het biogas kan worden opgewerkt tot elektriciteit, groen gas of Bio-LNG. De CO2 kan worden toegepast bij o.a. tuin- en landbouw. Het digestaat wat overblijft is (na bewerking) een waardevolle meststof die toegepast kan worden. |
Omschrijving techniek |
---|
Anaerobe vergisting is een opeenvolging van processen waarbij micro-organismen organisch materiaal in afwezigheid van zuurstof (=anaeroob) omzetten in biogas. Dit doet men door de mest te verwarmen en te mengen, waardoor deze bacteriën, die van nature in de mest aanwezig zijn, actief worden. Het anaerobe vergistingsproces is een potentieel zeer effectieve behandeling om de uitstoot van broeikasgassen op het veehouderijbedrijf te verminderen. In feite wordt tijdens het proces het grootste deel van de afbreekbare organische stoffen afgebroken tot methaan en koolstofdioxide. Hierdoor ontstaat een digestaat met in verhouding een lagere uitstoot van broeikasgassen dan de ingaande producten. Biogasopbrengst Doordat tijdens anaerobe vergisting koolstofhoudende organische verbindingen worden afgebroken, wordt mest stabieler doordat de afbraak- en fermentatie processen worden vertraagd. Hierdoor kan mest langer worden opgeslagen. Na vergisting blijft digestaat over. De nutriënten (N, P, K, etc.) van het ingaande product blijven tijdens het vergistingsproces behouden en kunnen na de vergisting als meststof worden toegepast. Een klein deel van de organische stof wordt tijdens het proces gemineraliseerd. Organisch stikstof wordt deels omgezet in mineraal stikstof waardoor de stikstofefficiëntie van digestaat hoger is (stikstof wordt beter opgenomen door planten). Het risico van ammoniakemissie kan toenemen door het hogere aandeel mineraal stikstof. Geur Kosten en verbruik |
Varianten |
---|
Het anaerobe vergistingsproces kan met verschillende input stromen worden gevoed: Bij monovergisting wordt één enkele reststroom vergist. Wanneer mest wordt vergist in een monovergister, dan mag er geen co-substraat (andere grondstoffen) worden toegevoegd. Bij co-vergisting wordt de installatie gevoed met minimaal 50% dierlijke mest dat aangevuld wordt met andere reststromen (co-substraten). Reden voor de inzet van co-substraten is een hoger biogasopbrengst. Co-vergisting van mest met andere substraten maakt een betere biogasproductie en stabielere reactoroperaties mogelijk, evenals een meer optimale economie. Om het digestaat uit co-vergisting als dierlijke mest te mogen gebruiken, moeten de co-substraten op de lijst met toegestane bestanddelen in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet – Bijlage Aa – IV staan (zie ‘Interessante links’). Voorbeelden van co-substraten zijn energierijke gewassen zoals mais, bijproducten uit de levensmiddelenindustrie, berm-/natuurmaaisel en voerresten.
Naast de indeling tussen mono- en co-vergisting is er onderscheid in de temperatuur waaronder wordt vergist: mesofiele (32-42°C) en thermofiele (48-55°C) vergisting. Ondanks dat thermofiele vergisting (vaak) een hogere biogasopbrengst heeft, kan mesofiele vergisting een vergelijkbare opbrengst leveren indien de verblijftijd voldoende lang is. Het proces verloopt trager (de mest blijft dus langer in de vergister, waardoor de capaciteit groter moet zijn), maar bij voldoende verblijftijd wordt uiteindelijk evenveel biogas geproduceerd. Daarnaast is mesofiele vergisting minder gevoelig voor ammoniumtoxiciteit waardoor dit proces robuuster is in vergelijking met thermofiele vergisting. Bovendien wordt het aantal ziekteverwekkers tijdens het vergistingsproces vertraagd (hygiënisatie). Afhankelijk van de temperatuur worden ziektekiemen tijdens het proces gedeeltelijk (in een mesofiele omgeving) of nagenoeg volledig (in een thermofiele) omgeving gedood. |
Ingaande meststromen |
---|
|
(Uitgaande) eindproducten |
---|
Biogas bestaat uit 55-60% methaan (CH4) en 40-45% koolstofdioxide (CO2). Daarnaast bevat het kleinere hoeveelheden (1-2%) waterstofsulfide (H2S), ammoniak (NH3) en waterstof (H2), en kan het sporen bevatten van koolstofmonoxide (CO), stikstof (N2) en zuurstof (O2). |
Bronnen en interessante links |
---|
Bedrijven |
---|
Voorbeelden van bedrijven die vergistingsinstallaties leveren zijn:
|
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen? Stuur dan een mail naar info@wikimest.nl.