Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 9 Volgende »


Gewas: Aardbei


Wetenschappelijke naam: Phytophthora cactorum

Groep: Waterschimmels (Oömyceten)

Door Phytophthora cactorum (stengelbasisrot) aangetaste aardbei stengelsStengelbasisrot in aardbei


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Stengelbasisrot wordt veroorzaakt door de schimmel Phytophthora cactorum. De schimmel dringt de plant binnen op het moment dat er wonden zijn. Dit kan bijvoorbeeld zijn op het moment van planten, bij hagel of bij ontranken.

Bij hoge plantbelasting tijdens volle bloei of begin pluk is de kans op uitval door de ziekte het grootst. Het eerste symptoom van deze ziekte is het slap hangen van de hartblaadjes. Daarna verliezen de bladeren hun glans, worden dofgroen en gaan slap hangen. De buitenste bladeren worden rood of oranjegeel, verwelken en sterven bij droog weer vroegtijdig af. Aangetaste planten blijven achter in groei. Binnen enkele dagen is een aangetaste plant geheel verwelkt. Een lichte aantasting is moeilijk waar te nemen. Zieke planten staan vaak willekeurig over het veld. Wanneer een zieke plant uit de grond wordt getrokken, zal deze veelal juist boven de grond afbreken. Bij overlangs doorsnijden van de stengelbasis (het rhizoom), kan plaatselijk een roodbruine verkleuring (peperkoekbruin) worden waargenomen. Wanneer het grootste gedeelte van de plant is aangetast, sterft de hele plant af. Bovengrondse symptomen lijken op verwelkingsziekte (veroorzaakt Verticillium-soorten).

P. cactorum kan ook voorkomen op de vrucht. De vruchten kunnen in alle stadia worden aangetast. Jonge aangetaste vruchten hebben bruine tot donkerbruine plekken. Aangetaste al iets kleurende vruchten verbleken naar roze. De plekken worden niet zacht. Aangetaste vruchten verkleuren tenslotte bruin en voelen leerachtig aan. Uiteindelijk drogen de vruchten in en blijven als mummies aan de vruchtstengels hangen.

Ondergronds worden de wortelpunten het eerst aangetast en deze gaan rotten. Herkenning van roodwortelrot kan na uitgraven plaatsvinden. De zijwortels ontbreken, deze zijn rot. De donkere afgerotte hoofdwortels blijven over. Dit wordt wel rattestaart genoemd. Als de wortel met een scherp mes in de lengterichting wordt doorgesneden is een rode verkleuring in de kern te zien.

Levenswijze

Phytophthora cactorum kan voorkomen op de vruchten, maar de aantasting van de plant komt het meest voor. De schimmel overleeft in de vorm van oosporen in de grond of in aangetaste planten. Aangetaste vruchten die op het veld achterblijven bevatten vaak ook oosporen (eisporen). Als deze op het veld achter blijven vormen ze een inoculumbron (besmettingsbron) voor volgteelten. Oosporen kunnen namelijk langdurig in de grond overleven.

Oosporen hebben een met water verzadigde grond nodig om te kunnen kiemen. Een goed gedraineerd perceel geeft minder kans op infectie van de plant door Phytophthora. De schimmel komt meestal binnen via wonden, bijvoorbeeld via het snijvlak van de stolon na uitplanten of bij het afranken.

De vruchten kunnen worden aangetast als ze in aanraking komen met besmette grond, maar ook door opspattend water met P. cactorum conidiën (schimmelsporen). Gebruik van stro voorkomt dit. De meeste conidiën worden gevormd tussen 15 en 25°C, met een optimum van ongeveer 20°C. Voor infectie van de vruchten kan een korte bladnatperiode van 2 uur bij een temperatuur tussen 17 en 25°C al genoeg zijn voor infectie.

Maatregelen
  • Ruime vruchtwisseling kan een grote bijdrage leveren aan het voorkomen van een aantasting.
  • Rassen verschillen sterk in gevoeligheid. Het hoofdras Elsanta is tamelijk vatbaar voor P. cactorum.
  • Gebruik gezond plantmateriaal.
  • Plant niet te diep en plant op goed doorlatende grond. Gedraineerde percelen zijn eerder droog en kunnen daardoor minder last hebben van infectie van planten via oosporen. Plant niet in plekken waar makkelijk water blijft staan.
  • Aangetaste planten zo snel mogelijk verwijderen.
  • Voer een bestrijding uit bij vatbare rassen en bij twijfel aan het plantmateriaal indien geplant wordt op besmette grond (symptomen waargenomen in een vorig gewas op betreffende perceel ? ),
  • Deze bestrijding kan plaatsvinden door het dompelen van de planten of door een rijenbehandeling in het veld.
  • Bestrijding achterwege laten in gekoelde teelt als geen aantasting in wachtbed is opgetreden.
  • Breng tijdig een dikke laag stro aan om vruchtrot door Phytophthora te voorkomen.



  • Geen labels