Herbavit
HerbaVit is een combinatie van kruiden (o.a. brandnetel en gentiaan), kleimineralen
(clinoptiloliet) en vitaminen, die volgens de producent de ontwikkeling van de
darmflora in gunstige zin beïnvloeden. Daarnaast zou het product directe en indirect
immunomodulerende eigenschappen hebben en de spijsvertering en enzymproductie
bevorderen. Ook zou de synthese van collageen/botten/kraakbeen en
huid/haar/bindweefsel worden ondersteund. Samenstelling: weipoeder, gistproduct
(bron van Mannan oligosacchariden (MOS), dextrose. Toevoegingen per kg: 30.000
mg clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong (1g568), 20.000 mg mix van 8
kruidenextracten. Vitaminen: 10.000 mg E/all-rac-alfa-tocoferylacetaat, 1.000 mg B1,
2.500 mg B2, 1.000 mg B6/perydoxinehydrochloride, 5.000 μg B12, 15.000 mg
niacinemide, 5.000 mg calciumpantothenaat, 250 mg foliumzuur, 1.000 μg biotine,
25.000 mg C, 1.000 mg K3. Aanvullend diervoeder
Er is een eigen praktijkonderzoek gedaan bij witvleeskalveren met HerbaVit in
combinatie met BronchArom (Schotanus en Schram, 2013). Hierbij zijn een groep
HerbaVit kalveren (n = 304) vergeleken met een controlegroep (n = 377) zonder
HerbaVit. Beide groepen kregen de eerste 10 weken ook BronchArom (o,6 ml pd/pd).
De kalveren kwamen uit verschillende landen, in beide groepen ongeveer evenveel uit
Duitsland. De gebruikte dosering was week 1: 2 dagen 2 x 15 gram, week 2: 1 dag 15
gram en week 3: 1 dag 15 gram HerbaVit per kalf. Er was geen verschil in
antibioticagebruik tussen beide groepen. Het slachtgewicht van de HerbaVit groep lag
significant hoger dan dat van de controle groep (139,1 vs 133,9 kg), en bij de Duitse
kalveren was dat verschil nog groter (130,3 vs 119,7 kg). Er was geen verschil in
vetpercentage tussen de groepen.
Volgens de producent zou in de praktijk bij gebruik van dit middel minder uitval aan
het ondereind worden waargenomen (website Ecostyle). Er zijn data van effecten op
de gezondheid van de samenstellende componenten van HerbaVit. Zoals van
Mannan-oligo-sacchariden (MOS), clinoptiloliet, kruiden en vitaminen is door de
producent literatuur aangeleverd.
Mannan-oligo-sacchariden (MOS) zijn onverteerbare complexe polysacchariden die
uit de celwand van gist (Saccharomyces cerevisiae) worden verkregen. MOS is
efficiënt in het binden van gramnegatieve pathogenen (o.a. E-Coli, Clostridium,
Salmonella) waardoor kolonisatie in de darm en binding aan de darmwand door deze
pathogenen wordt voorkomen. Naast dit zogenaamde agglutinatie effect stimuleert
MOS de groei en activiteit van gunstige micro-organismen (o.a. lactobacilli en
bifidobacteriën) in het maag-darmkanaal en beïnvloedt het in positieve zin
darmgezondheid en het immuunsysteem.
Het immunomodulerende effect wordt zowel toegeschreven aan een directe interactie
tussen MOS en GALT (Gut Associated Lymphoid Tissue), als wel via een indirect
effect, nl. via de hierboven beschreven preferentie van gunstige bacteriën voor dit
prebioticum als voedingsbron. In o.a. neonatale biggen en kalveren stimuleert de
toevoeging van MOS de proliferatie van immunoglobulinen met name IgG, de meest
voorkomende Ig (Lazarevic et al., 2010; Heinrich et al., 2003). Toevoeging van MOS
aan het dieet kan positief werken in de ‘immunity gap’ in gevallen waar de
biestverstrekking niet voldoende is geweest.
Suppletie met MOS bij droogstaande koeien leidt tot een verhoogde aanmaak van
antistoffen tegen het Rotavirus, na vaccinatie hiertegen. Dezelfde studie laat een trend
zien voor een verhoogde overdracht van deze antistoffen naar het kalf, in de
baarmoeder, in de ‘MOS’ groep ten opzichte van de controlegroep (Franklin et al.,
2005). Naast de hierboven beschreven effecten op ziektekiemen en weerstand heeft
MOS ook een gunstige invloed op de eetlust, het verhoogt de voeropname.
Kruiden. Urtica dioica (Brandnetel(wortel)extract). Brandnetel bevat veel
verschillende biologisch actieve stoffen, zoals flavonoïden (o.a. cafeïnezuur),
plantensterolen, organische zuren, glycosiden, polysacchariden, mineralen, aminen en
verder ook nog kiezelzuur. Dit verklaart de brede werking die van brandnetel uitgaat
(Wichtl, 2004). Zowel in vitro als in vivo is de ontstekingsremmende werking van
brandnetel aangetoond. Brandnetel heeft verschillende immunomodulerende effecten,
o.a. via een inhiberende werking op geactiveerde NF-кB en op de productie van proinflammatoire cytokines, maar daarentegen een stimulerende werking op de
proliferatie van T-lymfocyten (Chrubasik et al., 2007). De diuretische werking is een
van de bekendere effecten van brandnetel. Brandnetel verhoogt de uitscheiding van
urine en derhalve de uitscheiding van afvalstoffen. Daarnaast heeft brandnetel sterke
anti-oxidatieve en leverbeschermende eigenschappen, die worden toegeschreven aan
de rijkelijk aanwezige flavonoïden. Bij geïnduceerde leverintoxicatie (en dus
oxidatieve stress) wordt door brandnetelextract leverschade voorkomen door het
wegvangen van de vrije radicalen.
Gentiaan Gentianae lutea radix (Gentiaanwortelextract): De wortel van de gentiaan is
bijzonder rijk aan bitterstoffen, waarbij amarogentine de belangrijkste bijdrage levert
aan de bittere smaak en derhalve aan de stimulerende effect op spijsvertering en
eetlust. Via de smaakzenuwen stimuleren bitterstoffen reflectorisch de productie van
speeksel en maagsappen, waarbij een aanzienlijke toename al wordt gemeten voordat
het extract de maag bereikt. Tevens stimuleren bitterstoffen de secretie van enzymen
door de lever en pancreas. De mucosa in de darm bevat namelijk ook grote aantallen
zogenaamde ‘bitterreceptoren’ die dit effect hoogstwaarschijnlijk bewerkstelligen of
ten minste versterken (Sternini, 2007). Door de versterkte secretie van
spijsverteringssappen en enzymen wordt de spijsvertering gestimuleerd en de eetlust
opgewekt. Daarnaast wordt de gastro-intestinale motiliteit sterk vergroot. Dierstudies
bij vele diersoorten (o.a. muis, hond, schaap) laten zien dat bij orale opname van
extracten uit gentiaanwortel de beschreven effecten zeer sterk zijn. Net als aan
brandnetel wordt aan gentiaanwortel ook een sterke anti-oxidatieve en
leverbeschermende werking toegeschreven (Gebhardt and Wagner, 1996).
Kleimineraal: Clinoptiloliet,(gehydrateerd calciumaluminosilicaat) is een natuurlijk
zeoliet. Zeoliet is een van oorsprong natuurlijk vulkanisch kleimineraal dat rijk is aan
mineralen en spoorelementen. Clinoptiloliet behoort tot de aluminosilicaten en is
opgebouwd uit verbindingen van zuurstof, silicium en aluminium in de structuur. De
structuur is als een zeef en dit verklaart de eigenschappen van deze stof. Het
absorbeert selectief moleculen/stoffen (in de darm) zoals mycotoxines en andere
gifstoffen (zware metalen) (Colella, 2011). Clinoptiloliet bindt echter geen vitamines,
spoorelementen, aminozuren, etc. dankzij de kleine poriestructuur. Clinoptiloliet heeft
het vermogen om water en voedingsstoffen van het voer te absorberen en deze
langzaam te verstrekken aan het spijsverteringssysteem van het dier. Door dit
vermogen optimaliseert de maag- en darmflora. Hierdoor wordt het voer efficiënter
gebruikt (verbeterde rantsoenvertering en voederconversie) en zal de mest minder
vocht bevatten. Door deze eigenschap wordt Clinoptiloliet ook wel ingezet bij diarree
bij bijv. lammeren en kalveren. Meerdere wetenschappelijk studies laten de gunstige
effecten op de darmflora en gezondheid bij kalveren zien. Hierbij is vaak aanvulling
van de biestgift met Clinoptiloliet onderzocht (Natalija et al., 2005) en werd positieve
beïnvloeding van het immuunsysteem aangetoond (bijvoorbeeld verhoging van
bloedserumniveaus van immunoglobulinen tegen E-coli (Pourliotis et al., 2012).
Vitaminen: HerbaVit bevat naast kruiden e.d. ook vitaminen in hoge dosering. In
specifieke levensfasen of perioden van bijv. verhoogde stress en/of ziektedruk,
beïnvloeden hogere giften van vitaminen de gezondheidsstatus van dieren positief,
door effecten op o.a. het metabolisme en het immuunsysteem (McDowell, 2006).
Prebiotische vezels als MOS verhogen indirect de opname van vitaminen in het
maagdarmkanaal, door een positief effect op micro-organismen en vergroting van het
absorptieoppervlak. De hoogte van de darmvilli (en daarmee het absorptieoppervlak)
wordt namelijk vergroot door MOS. Bitterstoffen (bijv. uit gentiaan) verhogen, door
hun positieve effecten op de spijsvertering, de absorptie van vitaminen.
Het product wordt toegepast bij individuele dieren ter verbetering van de weerstand of
ter ondersteuning van herstel. HerbaVit is ook toepasbaar als koppelkuur. Kan door de
melk of door het ruwvoer worden gemengd. Het is bedoeld om snel tekorten aan te
vullen en de weerstand te verhogen. Te denken valt aan kalveren verdacht van
‘immunity gap’, verreisde dieren, bij het ondereind en na koppelkuren waarbij de
darmflora verstoord is of opnieuw opgebouwd moet worden.
- Ten behoeve van weerstandsbooster bij opstarten: Bij opstart 15 g mengen met
eerste melkvoeding,15 g op dag 2 en 5, vervolgens 1 x per week 15 g
gedurende 2 weken.
- Ten behoeve van weerstandsbooster bij ondereind: 2 x per week 15 g
gedurende 3 weken afhankelijk van het gewicht.
Voedingsadvies per dier per dag: kalf (tot 75 kg) 15-20 g, kalf (tot 150 kg) 20-30 g.
Chrubasik, J.E., Roufogalis, B.D., Wagner, H., Chrubasik, S.A. 2007.A
comprehensive review on nettle effect and efficacy profiles, Part I: Herba urticae.
Phytomedicine 14 (6), pp. 423-435.
Colella, C. 2011.A critical reconsideration of biomedical and veterinary applications
of natural zeolites.Clay Minerals 46 (2), pp. 295-309.
Franklin, S.T., Newman, M.C., Newman, K.E., Meek, K.I. 2005. Immune parameters
of dry cows fed mannan oligosaccharide and subsequent transfer of immunity to
calves. Journal of Dairy Science 88 (2), pp. 766-775.
Gebhardt, R. and Wagner, H. 1996. Hepatocellular actions of mangiferin and of
methanol extracts prepared from Gentianella nitida and Gentiana lutea.
Phytomedicine 3, 54.
Heinrichs, A.J., Jones, C.M., Heinrichs, B.S. 2003.Effects of mannan oligosaccharide
or antibiotics in neonatal diets on health and growth of dairy calves. Journal of Dairy
Science 86 (12), pp. 4064-4069.
Lazarevic, M., Spring, P., Shabanovic, M., Tokic, V., Tucker, L.A. 2010. Effect of gut
active carbohydrates on plasma IgG concentrations in piglets and calves. Animal 4
(6), pp. 938-943.
McDowell, L.R. 2006. Vitamin nutrition of livestock animals: Overview from vitamin
discovery to today. Canadian Journal of Animal Science 86(2): 171-179.
Natalija, F., Stojić, V., Janković, D., Šamanc, H., Gvozdić, D. Fatric,N. 2005. The
effect of a clinoptilolite based mineral adsorber on concentrations of immunoglobulin
G in the serum of newborn calves fed different amounts of colostrum. Acta
Veterinaria (Beograd), Vol. 55. No. 1, 11-21, 2005.
Pourliotis, K., Karatzia, M.A., Florou-Paneri, P., Katsoulos, P.D., Karatzias, H. 2012.
Effects of dietary inclusion of clinoptilolite in colostrum and milk of dairy calves on
absorption of antibodies against Escherichia coli and the incidence of diarrhea.
Animal Feed Science and Technology 172 (3-4), pp. 136-140.
Schotanus, G. en Schram, G. 2013. Onderzoek naar HerbaVit® Onderzoek bij
witvlees kalverhouder Periode: Januari tot september 2013. Intern rapport Ecostyle.
Sternini, C., 2007. Taste Receptors in the Gastrointestinal Tract. IV. Functional
implications of bitter taste receptors in gastrointestinal chemosensing. Am J Physiol
Gastrointest Liver Physiol, 292: G457–G461.
Wichtl, M. (ed.) 2004. Herbal drugs and phytopharmaceuticals; a handbook for
practice on a scientific basis. Medpharm Scientific Publishers, Stuttgart, CRC Press
Boca Raton, London, New York, Washington DC.