In de praktijk wordt er voornamelijk drijfmest uitgereden in het voorjaar bij aanvang van de teelt. Na deze basisbemesting wordt er tijdens de teelt nog bijbemest, zodat het gewas voldoende nutriënten krijgt. Een tweede doel van bijbemesten is dat het gewas de benodigde nutriënten krijgt wanneer ze dit nodig heeft. Als we spreken over precisiebemesting, hebben we het over de juiste hoeveelheid mest op de juiste plaats en tijdstip toedienen. Dit kan worden gedaan bij verschillende mestsoorten en met verschillende toedieningstechnieken. Verschillende onderdelen zullen hier aan bod komen, de onderwerpen gaan over de verschillende meststoffen en hoe ze verwerkt moeten worden. Daarnaast wordt er nog extra op de techniek ingegaan omdat deze sterk verschilt bij de verschillende meststoffen.
We splitsen bemesting ten behoeve van de teelt op in organische bemesting en kunstmest, beide in vaste en in vloeibare vorm. Tevens komt compost strooien aan bod, dit kan dezelfde techniek zijn als voor vaste mest.
Bij het onderdeel gewasverzorging worden variabele toepassingen behandeld, deze zijn ook bij de meeste bemestingstechnieken van toepassing. Vaak gebeurt dit op basis van bodem sensoren, klik hier voor meer achtergronden van de bodem sensoren.