Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 5 Volgende »


Gewas: Iris


Wetenschappelijke naam: Sclerotium rolfsii var. rolfsii en S. delphinii (geslachtelijke vorm: Athelia rolfsii)

Groep: Schimmels

 
 
Kroonrot iris: aangetaste plantenKroonrot iris: aangetaste bollen    
 

Kroonrot iris: witte sclerotiën en witte schimmeldraden op de bol


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Kroonrot is een schimmelziekte die in de zomermaanden optreedt en pleksgewijze afsterving en geelverkleuring van de bladeren veroorzaakt (foto 1).

Op en tussen de bruine vliezen van aangetaste bollen kan een opvallend grofdradig, soms in strengen gebundeld, wit schimmelweefsel aanwezig zijn. Bij het verwijderen van de huiden, blijkt de top van de bol vaak bruin tot bruinzwart ingezonken te zijn (foto 2).

Ook komen elders wel grote, zachte plekken voor, die zich nog lange tijd na de oogst uitbreiden tot zij uiteindelijk opdrogen. Op deze plekken, en soms ook op de buitenkant van de bollen komen witte, later licht- tot kastanjebruine sclerotiën voor (foto 3).

Levenswijze

Na het planten van dergelijke bollen in de kas, verwelkt de plant kort na opkomst en valt zij om. De bol is dan al volledig zacht en doorgroeid met witte schimmeldraden. Op de bol en tussen de rokken zijn veel sclerotiën aanwezig. Ook in de grond en op het grondoppervlak groeit de schimmel weelderig en vormt veel sclerotiën. De ziekte breidt zich uit naar naburige planten.

De sclerotiën van S. rolfsii zijn meestal rond en ca. 1 a 2 mm in doorsnede en kunnen tot grotere eenheden aaneengroeien. De sclerotiën van de zeer nauw verwante variëteit S.r. delphinii zijn duidelijk groter en minder rond. In reincultuur zijn de sclerotiën niet van elkaar te onderscheiden. Beide schimmels veroorzaken dezelfde verschijnselen.

De ziekte komt vrijwel uitsluitend voor in kassen. Beneden ca. 13°C ontstaat geen aantasting en temperaturen boven de 20°C is de aantasting het heftigst. Door besmette partijen van iris, nerine, narcis, Hippeastrum, lelie en Ornithogalum, meestal uit warme teeltgebieden, kan de grond besmet raken. Hierdoor kunnen volgende teelten, ook van niet-bolgewassen als Euphorbia, orchidee, tomaat en komkommer schade lijden.

Zowel bij overdracht via het plantmateriaal als bij aantasting vanuit de grond treedt de ziekte pleksgewijs op.

Maatregelen
  • Aangetaste planten met omringende grond zorgvuldig verwijderen en vernietigen
  • Besmette partijen vernietigen
  • Bollen na het rooien goed en snel drogen
  • Plantmateriaal ontsmetten volgens geldende adviezen
  • Besmette grond stomen



  • Geen labels